Test: Suzuki Bandit 650 S - van Bandiet tot brave borst:
Door milieueisen gevormd:
Inhoudsopgave |
---|
Test: Suzuki Bandit 650 S - van Bandiet tot brave borst: |
2: Nieuw, maar niet vernieuwend |
3: Mag het een pondje meer zijn? |
4: Conclusie |
5: Technische gegevens |
De Bandit begon in 1986 zijn leven als 600cc lucht-/oliegekoelde machine en bleef dat een groot aantal jaren. Hij veroverde menig hart met zijn uitstraling en lichtelijk onbehouwen gedrag. Pas in 2005 was daar de eerste echte verandering. Suzuki gaf haar Bandit een beetje extra inhoud door het aantal cc's wat omhoog te brengen, een trukje dat ook Kawasaki toepaste op haar ZX-6R. De 600 Soes werd een 650 (656) en dat deed hem goed. Gecombineerd met een scherpe prijs is hij daardoor al die tijd een verkooptopper gebleven. In 2007 volgde een grotere upgrade en werd de Bandit voorzien van een vloeistof gekoeld motorblok. Ook moesten de carburateurs het veld ruimen om plaats te maken voor injectie, wat alles te maken had met de steeds strenger wordende milieueisen. Vloeistofkoeling heeft natuurlijk als bijkomend voordeel dat het isolerend werkt en zo het aantal geproduceerde decibellen terugbrengt tot acceptabele waarden. De injectie kennen we van andere Suzuki's en werkt al een tijd prima. Het is een systeem dat bestaat uit tweekleps gasklephuizen waarbij ieder gasklephuis (met een diameter 36 mm) is voorzien van twee vlinderkleppen, een primaire klep die opent als de rijder het gas opendraait en een secundaire klep die stapsgewijs geopend wordt door het motormanagementsysteem. Zo moet de ideale luchtsnelheid in het inlaattraject worden gehandhaaft voor een zo goed mogelijke vullingsgraad van de cilinders en een soepel afgegeven vermogen, gebaseerd op toerental, primaire gaskleppositie en ingeschakelde versnelling. Ook Suzuki levert hiermee een bijdrage aan een beter milieu. Door een lichte aanpassing ten opzichte van 2007 moet er wel een betere gasrespons zijn.
Tekst: Arco van Akkeren
Foto's: Anita van Rooijen