Ducati dubbeltest: 1198 en 1198S
Keuzes, keuzes
Inhoudsopgave |
---|
Ducati dubbeltest: 1198 en 1198S |
2: Kleur bekennen |
3: Same same... |
4:...but different |
5: Conclusie |
6: Technische Gegevens |
Dus, je bent toe aan een nieuwe Ducati. Je trouwe 916 heb je, na zoveel jaar dienst, nog voor een leuk prijsje in kunnen ruilen en nu ben je aan het shoppen naar iets wat net zo lang meekan. Nieuw dus, dus een 1098 valt al af. Maar dan? We kunnen kiezen. Doen we dan ‘gewoon‘ een 1198, of gaan we – met het oog op de hebfactor- voor het hoogst haalbare (op de ultrazeldzame 1098R na dan; het ken ook té gek), de 1198S? Beter is er niet binnen de redelijke grenzen, maar ja..hoeveel zou het schelen dan? Behalve die vierduizend euro die de S meer op moet leveren? En eh…hoe rijdt het úberhaupt, zo’n nieuwerwets ding? Slechts één manier om daar achter te komen, we nemen ze allebei!
Nou hebben we sowieso wat in te halen, we zijn immers even nieuwsgierig naar de 1198 als naar de S; de laatste ontmoeting stamt alweer van anderhalf jaar geleden toen de machine het nog met 100 cc minder moest doen. Het hoe en waarom zijn we wel al diep op ingegaan en is niet zo vreemd; ten eerste is het bij Ducati redelijk gebruikelijk ergelmatig met upgrades van dit kaliber te komen om hun machines winnend te houden. Zie ook de ontwikkeling van 851, 888, 916, 996, 998, 999, 1098 en nu dus 1198. Je zou het evolutie kunnen noemen. Feit is dat hier voor ons wederom een nieuwe motor staat en we het gebruikelijke ‘hoe rijdt dat nou’ maar op een manier uit kunnen vinden. Wederom ondernemen we een trip richting Eifel.
Tekst: Vincent Burger
Fotografie: Vincent Burger, Ed Smits