Test: Suzuki DL650 V-Strom
Duurzaam veilig
Inhoudsopgave |
---|
Test: Suzuki DL650 V-Strom |
Adventure Sport |
Allrounder |
Grand Tourismo |
Conclusie |
Nakaarten |
Technische gegevens |
Het is 15 December 1997 als Tineke Netelenbos, toenmalig minister van Verkeer en Waterstaat, samen met de vereniging van Nederlandse gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie der waterschappen hun handtekening zetten onder een convenant dat verregaande gevolgen zal hebben voor de Nederlandse infrastructuur. Wat de gevolgen van dit convenant zouden zijn kon op dat moment nog niemand overzien. Maar anno 2004, 6 jaar na dato weten we inmiddels wel beter. Alsof Nederland nog niet genoeg flitspalen en verkeersdrempels had, werden we vanaf die tijd bestookt met een nieuw fenomeen om dat beetje plezier wat we nog kunnen hebben in Nederland de kop ingedrukt met dit discutabele convenant. Waar we het over hebben? Duurzaam Veilig. De gevolgen? Nederland mobiel, maar dan graag niet harder dan 30 en 60 km/u.
Nu horen we je al denken: wat heeft Duurzaam Veilig in hemelsnaam te maken met de nieuwe Suzuki DL650 V-Strom? Niets, helemaal niets. Of toch? Het is toch op z'n minst opvallend te noemen dat in een tijd waar je al snel het predikaat snelheidsduivel krijgt opgeplakt als je 4 km te hard rijdt, Suzuki juist komt met een kleine uitvoering van de inmiddels 2 jaar geleden geïntroduceerde DL1000 V-Strom. Die, net als zijn grote broer, gebruik maakt van de inmiddels bewezen krachtbronnen van de SV modellen, in dit geval die van de SV650. Daar waar bij de Supersports de PK-oorlog weer lijkt te zijn uitgebarsten, heeft Suzuki een geheel andere weg bewandeld met deze Adventure Sport, zoals ze deze V-Strom mooi weten te noemen. "Minder is meer" moet de achterliggende gedachte zijn geweest bij de heren ingenieurs in Japan. Tijd om aan den lijve te ervaren of minder inderdaad meer betekent bij deze DL650. Of, dat in een land waar normale maximum snelheden zijn verworden tot oases in een woestijn, met minder snelheid meer genot is te halen.
Tekst & fotos: Ed Smits