FIM gaat homologatie-eisen WK Superbike versoepelen

Het huidige reglement van het WK Superbike schift voor dat door een fabrikant een minimaal aantal productiemotoren moet zijn geproduceerd voordat er met de machine in het WK Superbike mag worden geracet. In het verleden werd daarbij onderscheid gemaakt tussen kleine en grote fabrikanten, maar die regel werd met name door Benelli misbruikt door te racen met een motor die op papier aan de minimale eisen voldeed, maar die nooit bij een dealer te koop is geweest.

Om het WK Superbike zo laagdrempelig te houden werden de aantallen voor iedereen gelijk gesteld en bovendien verhoogd, om te voorkomen dat het starteld alleen nog maar met verkapte prototypes zou worden gevuld. Voor de initiële homologatie inspectie werd het aantal op 125 stuks gezet, wat op 30 juni van datzelfde jaar er er 500 moesten zijn, 1.000 stuks tegen het eind van dat jaar en 2.000 stuks tegen het eind van het daaropvolgende jaar.

Voor grote fabrikanten waren deze aantallen geen enkel probleem, maar dat ligt bij kleine merken als Erik Buell Racing of Bimota wel anders. Ondanks de hulp van het Indiase Hero MotoCorp, dat zich vorig jaar een groot aandeel in EBR heeft verschaft, zal het voor EBR niet eenvoudig zijn om genoeg units van de 1190RS te produceren, laat staan Bimota dat helemaal kleinschalig is en blij is één motor per dag te produceren.

Reden voor de FIM dus om het huidige reglement onder de loep te nemen. Bovendien zijn de verkopen van supersports motoren sinds de kredietcrisis enorm naar beneden gekelderd, waardoor men zich afvroeg in hoeverre deze aantallen nog reëel te noemen zijn. Om deze reden werden in 2012 de aantallen al iets naar beneden gezet.

De FIM is inmiddels met de Superbike Commissie het gesprek aangegaan om de huidige cijfers aan te passen. Nog deze maand zal door de FIM hierover een officieel aankondiging worden gedaan.