Michael Dunlop wint ook tweede Supersport TT
In tegenstelling tot de eerste Supersport TT moest Michael Dunlop tot het gaatje gaan om zijn vierde overwinning uit vier wedstrijden veilig te stellen. Bij de start van de 4-ronden lange race was Bruce Anstey het beste weg en had bij Glen Helen een kleine voorsprong van 0,4 seconden op de Noord-Ier opgebouwd. Dunlop's broer lag op de derde plaats, voor James Hillier, John McGuinness en Dean Harrison.
Met een gemiddelde snelheid van 126.476 sloot Anstey, die op voorhand had beloofd de wedstrijd te gaan winnen, de eerste ronde af en had daarmee zijn voorsprong op Dunlop tot 3,5 seconden uitgebouwd. William lag op zijn beurt weer drie seconden achter zijn broer, terwijl McGuinness zich naar de vierde plaats had gereden, voor Guy Martin en Harrison.
Het duo aan kop bleef goed aan elkaar gewaagd, Anstey sloot de tweede ronde in 127.817 mijl per uur af, een fractie langzamer dan Dunlop's 2010 ronderecord, en had daarmee zijn voorsprong tot 4,47 seconden uitgebouwd. Ook de eerste en enige pitstop ging bij de HM Plant coureur supersnel, waardoor zijn voorsprong op Dunlop tot negen seconden werd uitgebouwd.
Michael Dunlop wist na de pitstop wat hem te doen stond en zette direct de aanval in. Bij Glen Helen had hij zijn achterstand al tot 5,6 seconden teruggebracht, om met nog een ronde te gaan nog maar 4 seconden achterstand te hebben. Ook McGuinness liep hard op William Dunlop in, waardoor de slotronde een spannend gevecht om de podiumplaatsen ontstond.
Bij het ingaan van de laatste ronde was Dunlop McGuinness, Hillier en Donald eindelijk gepasseerd en had daarmee een vrije baan om de gaskraan helemaal open te draaien. Bij Ballaugh kwam hij voor het eerst als snelste door, zijn voorsprong nu 1,5 seconden op Anstey. Dunlop volbracht de laatste ronde met een gemiddelde snelheid van 128.667 mph en verbrak daarmee zijn eigen record met 28 seconden. Anstey en McGuinness maakten het podium compleet.