Doek valt definitief voor Molenaar Racing

Einde voor Molenaar Racing, Jasper Iwema naar buitenlands team

Teameigenaar Arie Molenaar heeft zijn licenties teruggegeven aan de rijdersorganisatie IRTA. Daarmee komt (voorlopig) een eind aan de 17-jarige carrière van het enige Nederlandse team, met als hoogtepunt de Wereldtitel in 1995 en 1996 met de Japanner Aoki. Het opheffen van het team gebeurt uitgerekend in het jaar dat de enige Nederlandse GP rijder, Jasper Iwema uit Hooghalen voor het team van Molenaar zou uitkomen. Het blijkt op dit moment financieel niet haalbaar een Nederlands team te financieren.

Het management van Raceteam Molenaar had aanvankelijk twee weken geleden al besloten zich niet in te schrijven voor 2011. Het zoeken van de publiciteit vorige week maandag, was een ultieme poging alsnog in contact te komen met personen of bedrijven die de helpende -financiële- hand konden reiken. Na deze persconferentie kwamen er tientallen, om niet te zeggen honderden reacties, variërend van steunbetuigingen, kleine (warme) donaties, ideeën en ook  acties die geld moesten opleveren. Deze inspanningen en initiatieven ten spijt, bleek het niet genoeg.

Er waren ook reacties vanuit het buitenland en die hebben er toe geleid dat er de afgelopen dagen zeer serieus is gesproken en zelfs is onderhandeld over “een transfer” van Jasper Iwema.  Omwille de carrière van Jasper, is nu in goed overleg tussen Jan Abbink en Arie Molenaar, besloten dat het  beter is nu over te stappen naar een team dat de continuïteit kan bieden. 

Op dit moment wordt er met  twee teams onderhandeld, waarbij het de bedoeling is dat voor het komend weekend de handtekening van Jasper Iwema kan worden gezet. Manager Jan Abbink laat weten dat  het nu niet alleen meer gaat om budget, maar ook over de inzet van motoren en monteurs. Abbink is ondanks de teleurstelling voor Arie Molenaar,  vol goede moed dat zijn pupil voor het weekend bij een goed team is ondergebracht. Verder laat de gedreven Tukker weten dat er weliswaar financieel nog een en ander moet gebeuren, maar dat het financiële risico dermate klein is dat er “gewoon begonnen moet worden met trainen”.