Bruce Anstey racet RC213V-S tijdens Isle of Man TT
Dichter dan dit kom je niet bij een MotoGP ervaring, was het oordeel van het handjevol journalisten die op ’s werelds meest exclusieve productie motorfiets mochten rijden het afgelopen jaar. Om aan de homologatie eisen te voldoen was het vermogen in Europa weliswaar tot slechts 160 pk beperkt, maar met de 10.000 euro kostende racekit kon dat vermogen tot 200+ pk worden opgeschroefd.
In het WK Superbike mag de RC213V-S niet worden ingezet - de basisprijs van de fiets is te duur en het beperkte productieaantal te klein, maar voor de Isle of Man TT gelden heel andere regels. En dus stond het Padgett’s team niets in de weg om ’s werelds meest exclusieve fiets in ’s werelds meest prestigieuze race in te gaan zetten.
Tienvoudig TT winnaar Bruce Anstey heeft nog geen meter op de RC213V-S gereden, maar zal de fiets de komende week tijdens practice week gaan testen, naast zijn Superbike-spec Fireblade waarmee hij het afgelopen jaar de Superbike TT won. Desondanks is Anstey ervan overtuigd dat de compacte V4 geschikt zal zijn voor de Mountain Course.
Bruce Anstey:
Het is altijd een droom van mij geweest om een MotoGP machine te rijden en dichter dan dit zal het niet gaan worden. Clive is de enige persoon ter wereld die zoiets voor elkaar kan krijgen en als hij zegt dat het goed is ga ik daar 100% in mee. Hij heeft ‘m niet alleen uit de krat gehaald, het hele team heeft veel werk verricht om ‘m klaar te maken voor de Isle of Man TT.
De RCV zou het ultieme wapen moeten zijn, omdat ‘ie bakken vermogen heeft en zo lichtvoetig is als een 600. Hij moet ook stabiel zijn, de wielbasis is 55mm langer dan de Fireblade (1.465mm om 1.410mm, red.), maar hij is nog steeds erg smal en compact. Ik kijk er echt naar uit om te zien hoe ‘ie door de snelle bochten stuurt, want hij moet zo snel kunnen sturen.
Het idee om een productie versie van Marc Marquez’ MotoGP racer in te gaan zetten op de 37 3/4 mijl lange Mountain Course kwam volgens teameigenaar Clive Padgett in eerste instantie van een klant, die net een RCV had gekocht en waarmee hij in de kroeg een biertje aan het drinken was. De man zei dat het hem geweldig leek om bij Bray Hill naar beneden te zien rijden, en dat was bij Clive blijven hangen.
Clive Padgett:
Bij de TT draait alles om pioneering innovatie en ik wilde echt eens iets anders doen. Ik zie dit als zijnde in de geest van wat Mr. Honda deed toen hij in 1959 voor het eerst met zijn motoren naar de TT kwam. Ik denk dat dit wereldwijd nog maar aandacht naar de TT zal trekken en dat kan alleen maar goed zijn. Ik verheug me er echt op, ik mag de 50 zijn gepasseerd maar in hart ben ik nog steeds een 19-jarige coureur.
Ik hou van Bruce en ik wilde hem de beste motor ter wereld geven om mee te rijden. Dat is waar het bij deze motor allemaal om draait.
De RCV klaarmaken voor ’s werelds zwaarste motorrace is een grote uitdaging voor Clive Padgett en z’n door Valvoline ondersteunde team geweest. Buiten de racekit zijn er geen raceonderdelen beschikbaar, laat staan onderdelen specifiek voor de Isle of Man TT. En dus moesten zaken als de wielen, de K-Tech voorvork en achtershock, de remmen en de beschermplaat voor de radiateur speciaal worden gemaakt. Met de 10.000 euro kostende racekit levert de machine meer dan 200 pk.
Van de laatste 39 TT races is het Padgett’s team maar liefst 33 races in de top 4 geëindigd, waarvan 27 keer op het podium en 11 overwinningen. Het team is waarschijnlijk het meest bekend om de vijf overwinningen die door Ian Hutchinson in 2010 werden behaald. Het team heeft ook verschillende race- en ronderecords op naam staan, waaronder Anstey’s Superbike overwinning in een record-gemiddelde snelheid van 128.749 mijl per uur.