Vijfde wereldtitel voor Jorge Lorenzo

Na twee wereldtitels in de 250cc en twee wereldtitels in de MotoGP was Lorenzo twee jaar geleden al dichtbij een derde wereldtitel geweest, maar zijn achterstand in het kampioenschap op rookie Marc Marquez bleek te groot. Lorenzo begon de laatste race met 13 punten achterstand en schreef de wedstrijd op naam, maar Marquez werd als derde afgevlagd waar een vierde plaats voldoende was geweest.

2014 was niet het seizoen van Lorenzo, hij eindigde het kampioenschap op de
derde plaats achter teamgenoot Valentino Rossi en Marc Marquez, die zijn tweede wereldtitel in de MotoGP bijschreef. Ook het 2015 seizoen begon voor Lorenzo niet echt soepel, de eerste drie wedstrijden finishte hij buiten het podium. Na drie wedstrijden had Lorenzo al achterstand van 29 punten op Valentino Rossi.

De eerste wedstrijd op Europese bodem, de wedstrijd in Jerez, was het keerpunt. Lorenzo won maar liefst 4 wedstrijden op rij, Jerez, Le Mans, Mugello en Catalunya en had zijn achterstand tot slechts één punt teruggebracht.

In Assen was Rossi echter weer dominant, scoorde een zeldzame pole en won de wedstrijd in de laatste ronde voor Marc Marquez, waardoor Lorenzo ineens weer tegen een achterstand van 10 punten in het kampioenschap aankeek. Ook de daaropvolgende wedstrijd op de Sachsenring ging niet volgens Lorenzo’s plan, maar in Indianapolis en Brno eindigde Lorenzo weer op het podium - en voor Rossi, waardoor hij voor het eerst op gelijk aantal punten met Rossi stond.

De twee daaropvolgende wedstrijden op Silverstone en Misano werden door regen gekenmerkt. Lorenzo miste zelfvertrouwen en finishte de Britse Grand Prix op de vierde plaats, terwijl Rossi de wedstrijd won, en maakte in de Grand Prix van Rimini een zeldzame fout en ging na de tweede motorwissel onderuit, waar Rossi op de vijfde plaats werd afgevlagd.

In Aragon snoepte Lorenzo met een overwinning weer negen punten van z’n achterstand af, maar gaf in Motegi weer vier punten op Rossi toe. In Australië eindigde Lorenzo op de tweede plaats, terwijl Rossi vierde achter Andrea Iannone werd. Bocht 14 in de zevende ronde in Sepang was allesbepalend. Rossi raakte met Marquez in de clinch en kreeg daarvoor 3 strafpunten opgelegd, waardoor hij met 4 strafpunten in totaal van de laatste plaats starten moest.

Rossi reed in Valencia de race van zijn leven, haalde de eerste ronde al meer dan tien coureurs in en finishte de wedstrijd op de vierde plaats, maar Lorenzo had de wedstrijd van kop tot staart geleid en schreef daarmee zijn derde MotoGP wereldtitel bij.