Dorna schrapt Factory 2, maar niet heus
Het leek zo eenvoudig: de MotoGP zou dit jaar uit twee klassen bestaan: Factory en Open. De Factory teams zouden het met 5 verzegelde motorblokken en 20 liter benzine moeten doen, terwijl de Open teams meer benzine (24 liter) en meer motorblokken (12 niet verzegelde) mogen verbruiken. Bovendien had Bridgestone voor de Open teams nog een extra zachte achterband ontwikkeld.
Daar stond tegenover dat de Open teams met de standaard Marelli ECU software zouden moeten rijden, waar de Factory teams hun zelf geschreven software zouden mogen gebruiken.
Het plan leek in kannen en kruiken, totdat Ducati na afloop van de Sepang wintertest voor de Open optie ging en daar behoorlijk competitief mee bleek te zijn. Misschien zelfs wel té competitief. Dus moest er op de valreep iets worden bedacht om de voordelen van de Open klasse weer gedeeltelijk terug te kunnen draaien.
De oplossing leek Factory 2 te zijn, een soort van tussenklasse voor Open teams die té succesvol zijn. Bij 1 overwinning, 2 tweede plaatsen of 3 derde plaatsen zou een Open inschrijving automatisch doorschuiven naar de Factory 2, waarbij de hoeveelheid benzine op 22,5 liter was gezet en het aantal motorblokken tot 9 zou worden teruggebracht.
Dat idee is echter op de vooravond van de openingsrace in Qatar van tafel geveegd. Besloten is om gewoon zoals op voorhand afgesproken voor twee verschillende klassen te gaan: Factory met de vrije ECU, 20 liter benzine en 5 verzegelde blokken en Open met de minder geavanceerde standaard ECU, 24 liter benzine, de zachte Bridgestone achterband en 12 blokken per seizoen.
Aan het reglement is nu echter een uitzondering toegevoegd, die als alternatief voor Factory 2 is bedacht. Wanneer een Factory team een jaar lang geen overwinning heeft behaald, dan mag het gebruik maken van alle voordelen van de Open klasse. Ofwel: 12 niet verzegelde motorblokken, 24 liter benzine en de zachtere Bridgestone achterband.
Dit houdt in dat Ducati dit seizoen alsnog als Factory team meedoet, maar dan met 24 liter benzine, ongelimiteerd testen, 12 motorblokken die gedurende het seizoen mogen worden doorontwikkeld en de zachtere Bridgestone achterband. Dat én de eigen Factory ECU software.
Pas als er succes wordt behaald wordt het voordeel gedeeltelijk teruggedraaid. Bij 1 overwinning, 2 tweede of 3 derde plaatsen moet 2 liter benzine worden ingeleverd, bij 3 overwinningen vervalt ook de optie van de zachte achterband. Dit geldt meteen voor alle rijders, dus ongeacht wie op het podium heeft gestaan.
In 2015 moet Ducati het seizoen op dezelfde manier starten als het 2014 seizoen is afgesloten. In 2016 wordt het allemaal een stuk eenvoudiger, want dan wordt iedereen verplicht om met de standaard ECU software te gaan rijden - een jaar eerder dan gepland en ondanks Honda's dreigement de MotoGP te verlaten als standaard ECU software verplicht wordt gesteld.
Niet alleen Ducati spint garen bij de het nieuwe reglement, ook Suzuki zal er z'n voordeel mee kunnen doen. Suzuki keert in 2015 terug naar de MotoGP - met misschien eind dit seizoen al enkele wildcard optredens - en zal net als Ducati nu als Factory team met Open voordelen kunnen rijden.