Interview David Philippaerts
David, je bent een Italiaan met een Belgische achternaam, hoe zit dat in elkaar?
Mijn opa was een Belgische motorcrosser, in 1965 was hij volgens mij nog Belgisch kampioen in de zijspancross, hij ging aan het werk in Italië. Later kwam hij weer terug in België maar toen hij ging scheiden van zijn Italiaanse vrouw is mijn vader Frank weer naar Italië gegaan, waar hij mijn moeder tegenkwam. Ikzelf ben in Pietrasanta, in Toscane geboren en ben dus echt een Italiaan, maar dan wel eentje met een hele moeilijke achternaam. Ik heb hem al zo vaak moeten spellen dat ik nu vaak bij hotels of zulke dingen maar de achternaam “Angiolini” van mijn vriendin gebruik, puur om van het gedoe af te zijn. Alice is trouwens ook mijn manager en de dochter van crosser Alberto Angiolini.
Je bent de eerst niet-Belg sinds 1999 die wereldkampioen wordt maar je hebt wel een Belgische naam, dat is wel opvallend.
Hahaha, dat is inderdaad best vreemd. Sommige delen van mijn lichaam zijn zeker Belgisch!
Wat denk je van Nederlandse rijders?
Ik weet het niet. Ik ken alleen Marc de Reuver, verder heb ik nog geen echte sterke rijders uit Nederland gezien. Maar misschien komen er in de toekomst meer. Ik ken alleen Marc, maar die is een beetje apart, hij heeft een nogal apart karakter. Maar ik ben met elke rijder bevriend en het is allemaal ok, ook met Marc.
Hoe ben je begonnen met motorcross?
Mijn vader sleutelde vroeger voor Andrea Bartolini en wij mochten ook vaak mee. Mijn moeder ging met me rijden op een hele klein Italiaans motortje, ik weet het merk niet eens meer. Toen ik drie was zette zij me erop en rende erachter aan. Na een maand kon ik zelf rijden, ik reed echt de hele dag alleen maar rondjes bij het huis. Ik stapte toen snel over naar een Malagutti crossertje en reed nog met een paar andere merken. Zo groeide ik door in de cross en werd ik in 2003 en 2004 Italiaans kampioen. In 2005 reed ik een volledig WK MX2 en werd toen gelijk al vierde.
Vorig jaar kwam je binnen in het Yamaha-Rinaldi Team. Hoe is dat gegaan?
Ik kreeg vorig jaar aanbiedingen om naar andere teams te gaan, maar toen Michelle Rinaldi me belde heb ik direct ja gezegd. We hadden het nog niet eens over geld of dat soort zaken gehad, de naam van Michelle was al genoeg. Ik ben speciaal voor hem gekomen omdat ik in zijn team kan winnen. Bij een ander team viel misschien wel meer geld verdienen maar als je dan niets wint heb je daar niks aan. Ik krijg nu misschien wel minder geld, maar doordat ik win kan ik straks het dubbele krijgen! Ik wist dat het team zo goed was omdat Andrea Bartolini voor ze gereden heeft en hij is weer een hele goede vriend van mijn familie. Vroeger was mijn vader zijn monteur , voordat hij voor mij en mijn broer die in de MX2 rijdt ging sleutelen. In Italië kent iedereen het Yamaha-Rinaldi Team en weet dat dat het allerbeste team is. Ze wonnen met Stefan Everts zo vaak de titel omdat het team zo goed is, toen Stefan naar Husqvarna ging won hij immers niet. Toen zijn team, zijn motor en de rijder goed waren, toen won pas. En Joshua Coppins had met Rinaldi vorig jaar ook wereldkampioen kunnen worden, helaas maakte hij een fout waardoor hij geblesseerd raakte, dat kostte hem de titel. Uiteindelijk verloor het team in 8 jaar maar één titel, dat kan wel eens gebeuren...
In het begin van het seizoen kende eigenlijk niemand jou en nu ben je wereldkampioen, dat had niemand verwacht.
Ja, ik ook niet, hahaha! Het zou heel normaal geweest zijn als ik dit eerste jaar bezig zou zijn geweest met wennen aan de nieuwe motor en het team. Maar toch verwachtte ik het toch wel dat ik het goed zou doen. Maar eerst deed Joshua het beter.
Was Joshua eerst nummer 1 en jij nummer 2?
Nee, binnen het Yamaha-Rinaldi Team is alles voor beide rijders hetzelfde, elke rijder is gelijk qua monteurs en materiaal, we kregen dus allebei dezelfde kansen. Michelle Rinaldi heeft daarin een aparte mentaliteit als manager, maar dat was voor mij dus juist goed! Zo deden we dezelfde trainingen, hadden we dezelfde banden om mee te trainen, kregen we allebei net zo vaak een monteur mee. Als ik drie dagen had om te trainen had Joshua ook drie dagen om te trainen. Echt alles was hetzelfde, ik heb me dan ook nooit nummer 2 gevoeld. Aan de andere kant geldt dat volgend jaar voor mij ook; als ik crash kan Joshua net zo goed nummer 1 worden. Vorig jaar was dit met Marc de Reuver en Joshua ook zo maar De Reuver heeft een ander karakter. Maar zijn motor en alle andere dingen waren hetzelfde als die van Joshua!
Vorig jaar zat Marc de Reuver in hetzelfde team maar dat ging niet lekker, terwijl jij het zo enorm goed deed. Wat is het verschil?
Ik weet dat het team altijd heel duidelijk is, heel eerlijk. Als ze iets zeggen dan doen ze dat ook. Misschien maakte Marc meer geintjes. Maar dit team maakt geen grapjes, je komt om te rijden en hard te werken. Als je hard werkt maak je goede kansen. Als je van grapjes maken houdt kan je beter grapjes gaan maken in een ander team. Michelle Rinaldi heeft vorig jaar heel veel gepraat met Marc. Bij elke race gevraagd “Joh, wat is er aan de hand. Wat zijn de problemen, ligt het aan de motor, ligt het aan het team”,
Nee zei Marc iedere keer, “Het is mijn probleem!”.
Het team wist het toen ook niet meer.
Wat is de belangrijkste factor in jouw titel: je motor, het team of de rijder?
Alles. Het Yamaha-Rinaldi Team is goed, het is geen echt fabrieksteam maar wel een heel goed team. Het is belangrijk dat je motor tijdens je trainingen niet stuk gaat zodat je niet steeds naar binnen moet, dan kan je met dezelfde motor door blijven rijden. Je kunt dan de trainingsmotor ook gebruiken bij de wedstrijd, dan zijn er geen verschillen. Dat is heel belangrijk. Ik heb zelf ook heel veel getraind aan het begin van het jaar, heb me heel goed voorbereid op het seizoen. Enorm hard getraind en toen is alles goed gekomen.
Uiteindelijk is de rijder wel het allerbelangrijkst. Als de motor het heel goed doet maar de rijder is moe, dan komt er ook geen resultaat. Ik train dan ook heel veel om niet te vroeg leeg te zijn. In een paar races werd ik aan het eind toch moe dus ben ik gaan praten met mijn trainer. We hebben toen de trainingen direct aangepast, dat hielp echt. Ik fiets en loop veel en train ook met kanovaren, dat is heel goed voor je bovenlichaam. Met gewichten in de sportschool aan de gang gaan vind ik maar niks. Ik heb thuis een crosstrainer, zo’n soort ski-apparaat, dat is echt mijn favoriete training. Ik heb een jaar met Georges Jobe getraind, die heeft me toen de belangrijkste lessen geleerd. In dat jaar heb ik heel hard gewerkt en goed naar hem geluisterd om mijn start en mijn bochtentechniek te verbeteren. Ik heb nog steeds veel contact met hem, hij adviseert me heel goed.
Waarom ben jij dit jaar wereldkampioen en een ander niet?
Omdat ik elke race in de top 5 geëindigd ben. Er zijn maar 2 wedstrijden waarbij ik niet in de top 5 zat. Daarmee heb ik de titel gepakt, daarom heb ik gewonnen. Niet omdat ik veel races gewonnen heb maar omdat ik stabiel gepresteerd heb en knokte als het erop aan kwam. In Lierop kwamen mensen naar me toe met “morgen wordt het zwaar voor je want alle Nederlanders en Belgen willen winnen, ze rijden je eraf”. Maar na Lierop kon ik het hardste lachen, want daar heb ik een heel goede race gereden, hard gevochten met De Dijker en De Reuver. Daarmee won ik de titel.
Mijn sterkste punt is dat ik goede complete races heb. En als iedereen op begint te raken kom ik pas op gang. Ik rij eigenlijk nooit de snelste ronde maar over veertig minuten ben ik wel de snelste. Het is voor mij dan ook moeilijk om 1 snelle ronde in de training te zetten. Als ik thuis ga trainen dan is er wel eens iemand die sneller is dan ik, iemand die niet in de GP’s zit. Maar dat is maar voor één rondje, aan het eind van de race valt de vlag pas. En ik hou van de strijd met anderen, het gevecht maakt mij beter.
Deze titel is een fantastisch jaar voor je maar je zult ook dieptepunten gekend hebben.
Ja, het seizoen 2005 was het diepte punt in mijn carrière. In 2004 was ik 19e geworden in de MX2, als het weer zo zou gaan in 2005 wilde ik stoppen met crossen om gewoon een baan te gaan zoeken. Mijn familie gaf heel veel geld uit om mij te laten rijden maar de resultaten kwamen gewoon niet. Ik ben toen heel hard gaan trainen en sprak met mezelf af dat ik voorlopig alleen de eerste zes GP’s zou doen en daarna zou kijken hoe het ging. Als het dan beter ging zou ik doorgaan maar als dat niet zo was zou ik de motor in de garage zetten en werk gaan zoeken. Maar naar 3 wedstrijden was ik al 5e in het kampioenschap. In Teutschenthal werd ik gevraagd om de volgende wedstrijd op de fabrieksmotor van Tyla “Ratters” Rattray te rijden toen hij zijn knie geblesseerd had. Uiteindelijk werd ik 4e in het kampioenschap en toen wist ik dat het goed zat. 2005 was dus een heel belangrijk jaar voor mij, het begon als dieptepunt en eindigde als voorlopig hoogtepunt.
Je bent nu 24 en al wereldkampioen MX1-GP. Wat zijn je uitdagingen nog?
Ik wil weer wereldkampioen worden, ik ga het volgend jaar gewoon wéér proberen. Ik weet nu wat het is om te winnen en ik wil meer. Alleen nog maar motorcrossen en daarna stop ik gewoon. Dan zou ik wel testrijder willen worden bij Michelle of bij een fabrieksteam . Het is erg leuk om een motor te testen en te praten met de ontwikkelaar,s dit aan te passen, dat te veranderen. Ik wil ook geen dingen als Dakar of de Baja 1000 doen, ik wil alleen maar motorcrossen. Ik ken overigens wel een aantal wegracers goed want die zijn begonnen in de motorcross, zoals Marco Melandri en Andrea Dovizioso. Die jongens spreek ik nog heel vaak omdat ze vroeger bij mij in de klasse reden. Zelf rij ik ook veel met wegmotoren, ik heb thuis een Yamaha YZF-R6 én een TMAX. Laatst hebben we met Laurens Klein Koerkamp van Yamaha Motor Europe gesproken, hij is de grote baas van alle race-activiteiten daar. Ik mag waarschijnlijk volgend jaar een keer de MotoGP motor (de YZR-M1) van Valentino Rossi testen, dat lijkt me zo ontzettend gaaf! Valentino houdt ook van crossen en hij wil graag op mijn motor rijden, we gaan dan misschien tegelijkertijd op elkaars motor rijden. Wat ook leuk van de race-afdeling is, is dat ik mijn wedstrijdmotor mag houden. Alle merken laten je altijd je motor weer inleveren maar van Yamaha Motor mag ik mijn YZ450FM houden, daar ben ik écht reuze blij mee.
Tekst: Iwan van der Valk
Foto's: Yamaha Nederland