Kawasaki Z1000: Veel Sugomi, weinig franje

Al in de eerste alinea’s van het persbericht wordt meer nadruk gelegd op midrange dan topvermogen, wat duidelijk maakt dat de motor niet is ontwikkeld voor het absolute maximum, maar de kick van het rijden ermee veel belangrijker is. Daarom vinden we behalve ABS ook geen digitale bemoeienis op de motor terug: geen traction control, geen verkiesbare mappings, geen ride by wire. Dat brengt ons weer terug naar de kern van de muscle bikes, gewoon vechten met de beer en klaar. En de nieuwe Z zou daar volgens zeggen beter in moeten zijn dan ooit.
Met een mooie kreet heet Kawasaki de nieuwe Z1000 voorzien van een flinke berg ‘Sugomi’. Dat is dus de designfilosofie en niet de naam van de motor, hoewel  de consensus hier waarschijnlijk een eigen leven mee zal gaan leiden. Eerdere berichen zeiden het al, ‘sugomi’ is de dreiging die uitgaat van een krachtig, agressief dier of persoon. Wij zouden het uitstraling noemen, Badr zit er vol van. Kawasaki heeft Sugomi….

En daar valt wat over te zeggen. De Z1000 heeft absoluut een lijn te pakken. De koplampunit staat lager dan ooit, gevolgd door een hoog oplopende tank en scherp gelijnde achterzijde. Dat is geen lieverdje zogezegd en dat is ook de hele bedoeling. Om de uitstraling geen holle dreiging te maken heeft Kawaski de motor van binnen gelijkwaardig opgepoetst. En misschien nog belangrijker, het gevoel en de feedback richting de rijder nog directer gemaakt. Hiervoor heeft men het blok aangepakt, de zithouding en de geometrie; alles is gericht op een intense rijsensatie.

Allereerst is gezorgd voor massacentralisatie. Dit is bereikt door zaken lichter uit te voeren of achterwege te laten en anders zo veel mogelijk in de buurt van het zwaartepunt te plaatsen. De nieuwe koplampunit is kleiner en strakker tegen de voorvork gemonteerd, de plastic covers die over de vork zaten zijn verdwenen, de motor is in zijn geheel wat afgeslankt. Wat niet in massa lichter is geworden is in ieder geval minder breed geworden: het subframe, de wielen, de horizontaal georienteerde achterschokbreker.. de uitlaat zit grotendeels onder het blok, alleen de einddempers zittten aan weerszijden van de achterbrug en zelfs de nieuwe throttle bodies, in eerste instantie voor de verbeterde respons, zijn verticaal geplaatst en zitten eveneens dichter bij de kern van de motor.

De voorvork is de nieuwe SFF-BP van Showa zoals we ook kennen van de ZX-6R. Dit is de volgende generatie Big Piston vorken met gescheiden afstelling voor veervoorspanning (links)en demping (rechts).   De remmen zijn nieuwe monobloc radiale Tokico’s voor nog meer bite en feedback in combinatie met een radiale rempomp op het nieuwe, brede stuur. Als Kawasaki er ook direct stalen remleidingen op zou zetten, manmanman…

Het blok is een doorontwikkeling van het beproefde Z1000 blok, meet 1043cc en levert nu 142 pk en 111 Nm en is voornamelijk getuned op midrange punch. Daarvoor is intern nog wat detailwerk verricht. Behalve de zuigerafmetingen van 77 x 56 mm zijn ook de inlaatkelken veranderd van twee lang-twee kort naar vier van gelijke lengte. De 38mm inlaat is eveneens gekozen voor de midrange. Om de vermogensafgifte te perfectioneren zijn dubbele vlinderkleppen toegepast. de nokprofielen zijn licht veranderd, net als de ECU. Doorlaten tussen de cilinders moeten pompverlies tegengaan en het blok eenvoudiger op toeren laten komen. Een balansas moet de meeste trillingen uitvlakken, er blijft wel wat trilling over, maar dit is zorgvuldig gekozen als bijdrage aan de rijsensatie.
Voor de aanvoer van koude lucht zijn nieuwe inlaatkanalen toegepast die de lucht rechtstreeks de airbox in jaagt. Deze airbox is voorzien van een resonantiekamer die bij lage toeren de geluidsgolven dempt, maar bij het stijgen van de toeren het geluid juist versterkt voor een ongekende inlaathuil.

Het frame is nieuw ontworpen en loopt over het blok heen om de motor op kniehoogte zo smal mogelijk te houden.  Het blok is nog strakker in het frame gemonteerd voor een directer, vaster gevoel.  En toch is de tankinhoud gegroeid naar 17 liter.

Qua ergonomie is de motor meer op de neus gericht en zit je dichter op het –vast gemonteerde- brede stuur. Met deze veranderde zitpositie is de vorm van het zadel iets aangepast, net als de hoogte zodat je even eenvoudig met de voeten bij de grond kunt.

Het display is niet meer in de koplampunit verwerkt, maar direct op het stuur gemonteerd. Dit is leuk voor de massa en compactheid van het geheel en heeft een nieuwe layout met dubbele tripmeter, snelheid en toeren, klok, benzinemeter en eco indicatie.