Gezonken NSU na 56 jaar herenigd met eigenaar
De 1938 NSU 251 OSL werd in 1956 gekocht door Wyman Ailie van een boer die de motor na afloop van de tweede wereldoorlog mee naar huis had genomen. Ailie had de motor gekocht voor zijn 15-jarige zoon die dat jaar in december met wat vrienden stiekem ging rijden en terug naar huis besloot een afkorting over het bevroren meer te nemen.
Dean Ailie had de route over het meer eerder die dag al gereden, maar op de terugweg ging het mis en zakte hij met motor en al door het ijs. Dankzij lucht onder zijn leren las bleef de 15-jarige avonturier drijven en kon snel worden gered, maar de motor was naar de bodem van het meer gezonken.
Op 29 november kwam de NSU weer boven water dankzij beroepsvisser Jeff Riedemann die de motor in zijn visnet aantrof. Riedemann had al eerder opmerkelijke zaken opgevist, zoals boten, motoren geweien en een schedel van een buffalo, maar de vangst van de 1938 NSU was voor hem ook nieuw.
Het incident was destijds in 1956 groot in het nieuws geweest, pogingen de daaropvolgende zomer het meer te baggeren op zoek naar de motor liepen op niets uit, de motor was zelfs voor duikers onvindbaar geworden. Riedemann wist daardoor meteen dat zijn vangst de in 1956 verloren gegane motor betrof.
Ondanks het 56-jarige verblijf op de bodem van het meer wa de 1938 NSU nog in prima conditie. De motor was door roest aangetast, het zadel was verweerd en er zaten gaten in de tank, maar de cilinder was droog en er zat nog steeds lucht in de banden.
Wyman Ailie wilde de motor in eerste instantie behouden voor het nageslacht, maar heeft de motor nu geschonken aan Riedemann's afnemer Miller. Als fervent motorliefhebber en verzamelaar wil Miller de motor gaan restaureren en een groot plakkaat gaan maken ter illustratie van deze onvoorstelbare sage.
Bron: Mankatofreepress