Zoeken

Test: Kawasaki Ninja 400

Smal step, Giant leap

19 april 2018
Hoe zeer ik m’n stinkende best ook doe en zeer in m’n hoofd in de uitsparing van de nieuwe tank leg, meer dan 187 km/u op de klok zit er vandaag op deze lange rechte weg richting het circuit van Motorland Aragon met de nieuwe Ninja 400 niet in en dat is slechts een fractie harder dan bijna zes jaar geleden met de Ninja 300 op de Duitse Autobahn. Maar dat is meteen het enige waar Kawa’s kleintje Supersport voor het A2 rijbewijs niet een riante stap vooruit heeft gezet.

Even, heel even twijfel ik of ik het wel zal doen, per slot van rekening is tijdens de briefing ons nog op het hart gedrukt om vooral de voorrijder niet in te halen – niet in de laatste plaats omdat hij de enige is die weet hoe de route gaat – maar als er een kaarsrechte en – niet onbelangrijk – lege provinciale weg voor me ligt kan ik de verleiding niet weerstaan om de Ninja 400 even uit te proberen. De Supersport dood? Dan heb je zeker nog niet op de nieuwe Ninja 400 geredenBij 137 km/u grijpt de begrenzer in derde versnelling in, direct opschakelend naar vier brengt de Ninja 400 tot een snelheid van 163 km/u voordat opnieuw de begrenzer bij ruim 13.000 toeren (dik 1.000 toeren in het rode gebied) een einde aan de pret maakt, waarna ik dus nog steeds twee versnellingen te gaan heb. In vijfde versnelling komt de begrenzer niet meer in zicht en lijkt de Ninja 400 bij een snelheid van bijna 180 km/u buiten adem te raken, om in zes nog even door tot 187 km/u door te gaan. Harder lukt niet, zelfs niet wanneer het even later toch echt vals plat naar beneden gaat. 

Wat topsnelheid betreft lijkt de nieuwe Ninja 400 er dus niet echt op vooruit te zijn gegaan ten opzichte van de Ninja 300 meer dan vijf jaar geleden in Mainz op de Autobahn waarmee destijds 184 km/u werd aangetikt, maar met dat verschil dat ik toen a) in de slipstream van de voorrijder en b) in een strakke race-outfit op de Ninja zat, waar ik nu in leren jas met Kevlar jeans aan de leiding lag en dus niemand had om bij te slipstreamen. De topsnelheid maakt dus niet zozeer het verschil, maar wél de weg daarnaartoe. Wat de Ninja 400 hier nu in derde versnelling doet is maar een fractie langzamer dan de Ninja 300 in vier en hetzelfde geldt voor de 400 in vier ten opzichte van de 300 in vijf. Trouwens, met nog ruim 1.500 toeren te gaan tot aan de begrenzer is in theorie een topsnelheid van ruim 210 km/u niet ondenkbaar, wat een dag later tijdens de eerste race van het WK Supersport 300 op het circuit Motorland Aragon wordt bevestigd, waar door de 19-jarige voor Motoport Kawasaki rijdende Robert Schotman een hoogste topsnelheid van 214,3 km/u wordt behaald – 15,4 km/u harder dan de 198,9 km/u die afgelopen jaar als hoogste snelheid met een Ninja 300 was gerealiseerd. 

Tekst: Ed Smits
Fotografie: Pien Meppelink/Target Press, Felix Montero