Zoeken

Test: Ducati Streetfighter V4 S

Verslavende Straatvechter

8 april 2020
Als ik aan het eind van de dag na 200 kilometer intensief binnendoor weer afscheid neem van Ducati’s nieuwe Streetfighter V4 S weet ik niet of ik verdrietig of juist blij moet zijn. Met een topvermogen van 208 pk bij een drooggewicht van 178 kilo maakt de straatvechter een indruk die niet alleen onuitwisbaar, maar bovenal zo verslavend is dat het tegelijkertijd Russisch Roulette met je rijbewijs is. Maar dan Russisch Roulette met één kogel eruit in plaats van één kogel erin.

Er zijn weinig motoren die nog voor de onthulling voor zoveel roering hebben gezorgd als de Streetfighter V4, de naakte versie van de Panigale V4 die volgens een nieuwe dimensie moest geven aan het Hypernaked segment. Een motor die dat andere beest, de 1290 Super Duke R, moest doen verbleken, Batman zou maar wat blij zijn met deze Jokerevenals de Tuono V4 1100. Een Panigale V4, maar dan ontdaan van z’n kuip en voorzien van een hoog en breed stuur, dat kon niet anders dan verpletterend zijn. Het was niet de vraag of, maar hoe groot het verschil met die anderen zou zijn. 

Er zijn ook weinig motoren waarvan het marketingplan zo desastreus is verlopen als de Streetfighter V4. Ducati had het plan opgepakt om Pikes Peak specialist Carlin Dunne de roemruchte Pikes Peak International Hill Climb te laten rijden met een prototype van de Streetfighter V4 – in de hoop een nieuw verpletterend record te gaan zetten. Het verhaal liep volgens plan, tot in de allerlaatste bocht de straat het gevecht van de Streetfighter won en Dunne helaas het leven liet. 

Ondanks de vreselijk tragische wending had Ducati haar doel bereikt. Of misschien wel juist dankzij, want ook negatieve publiciteit is publiciteit. Tel daar z’n ongekende specificaties bij op die zelfs menig eenliter Superbike doen verbleken en je snapt meteen waarom ‘ie al op voorhand was uitverkocht. En dat gebeurt tegenwoordig zo vaak niet meer. 

Tekst: Ed Smits
Fotografie: Andrew Walkinshaw

Verpletterend

Ken je dat. Dat iets zó’n verpletterende indruk op je heeft gemaakt dat de prikkels in je hersenen alle kanten op gaan en je alleen maar wartaal uitslaat, omdat je niet weet waar je beginnen moet. Dat overkwam mij na in mijn eigen achtertuin, als alternatief op de vanwege de coronacrisis gecancelde introductie, een ééndaagse speeddate met de Streetfighter V4 te hebben gehad. De Streetfighter Niet alleen Red Bull geeft je vleugelsV4 S om precies te zijn, want dat is de versie die door Ducati Benelux als persdemo is ingezet. 

Dus begin ik maar bij het begin, het moment dat ik de 35 kW Triumph Street Triple S die op de redactie staat voor een 35 kW vergelijk bij Ducati Zaltbommel parkeer en de Streetfighter V4 S me buiten al glimmend staat op te wachten. “Wil je tekst en uitleg, of neem je ‘m zo mee,” vraagt Maarten me en gezien de fotograaf er toch nog niet is zeg ik ‘doe maar graag’. Het menu is weliswaar gelijk aan dat van de Panigale V4 en in grote lijnen ook aan dat van de Multistrada en Monster, maar nu even uitleg voorkomt dat ik straks tijdens het rijden aan het kutten ben omdat de functies toch niet zo vanzelfsprekend bleken te zijn als ik had gedacht. Maarten legt het me nog eens uit: met de linkse schakelaar switch je van rijmodus, met de rechtse kun je tijdens het rijden de instellingen van de gekozen rijmodus aanpassen: scrollen door
Geïnspireerd op The Joker, dat neusje. Niet alleen het neusje als je 't ons vraagt

Het TFT display is eenvoudig te bedienen via de knoppen aan het stuur, evenals de uitgebreide elektronica. Wel jammer dat 'ie net als de Panigale geen cruise control heeft

Komt het bekend voor? Zet er eens een Panigale langs...
omhoog of omlaag te drukken, vervolgens naar links drukken voor Select, waarna de setting oplicht en met + en – kan worden aangepast. Met uitzondering van het ABS, dat alleen op de complexere manier met de linkse modus knop kan worden aangepast. Voordeel is dan wel dat in het TFT display mooi grafisch wordt uitgebeeld wat je aan het aanpassen bent.

Met een druk op de startknop komt de V4 tot leven en klinkt er een zware roffel uit het vier-in-twee uitlaatsysteem dat zo overdonderend klinkt dat je zou zweren dat het niet straatlegaal is. “Wacht maar effe, dan zet ik onze eigen demo buiten. Daar hebben we Akrapovic einddemper onder gemonteerd,” zegt Maarten en voegt meteen daad bij woord. Dacht ik dat de Streetfighter in standaard trim al luidruchtig was, dat valt in het niet bij de oorverdovende onregelmatige roffel die Akra produceert, alsof hij net de GP20 van Dovizioso heeft gestart. Denk niet dat je hier vrienden mee zult maken in je straat (of beter gezegd woonwijk of dorp - al naar gelang waar je woont). “Nee, het is niet straatlegaal, maar ’t zijn alleen maar de einddempers die we hebben vervangen en nog geeneens het gehele uitlaatsysteem. Als je dat zou doen levert ‘ie trouwens maar liefst 220 pk en bespaar je ook nog eens 6 kilo aan gewicht.” Goedemorgen!


Zeg ehh, als jullie het niet erg vinden... het zou zo wel eens kunnen gaan regenen

De Streetfighter V4 is nog maar amper opgewarmd als we op steenworp afstand bij de kade van Zaltbommel stoppen voor de statische fotoshoot, maar ik ben nu al blij niet met die Akra versie onderweg te zijn, zo overdonderend als de V4 bij lage toeren klinkt. Het doet me denken aan de allereerste RSV4 Factory, die ook zo asociaal vet klonk. Rijdend door dorpjes op weg naar de fotobocht wordt me echter duidelijk hoe Ducati het kunstje heeft geflikt de Streetfighter V4 door de geluidskeuring te krijgen. Of is dat nou die Duc die zo onheilspellend aan het donderen is?In vierde versnelling gaat er tussen de 50 en 55 km/u een klep in de uitlaat dicht en is de Streetfighter V4 nog stiller dan een Zero SR/F. Inderdaad, precies de versnelling en de snelheid waarbij het geluid wordt gehomologeerd. 

Denk trouwens niet dat je het geluid van de Streetfighter V4 met de Tuono V4 (of elke andere V4) kunt vergelijken, door het 1.103cc Desmosedici Stradale blok een onregelmatige ontstekingsvolgorde te geven klinkt de V4 als een V-twin. Een Ducati V-twin. En niet alleen dat, hij loopt onderin ook nog eens exact zo. Zelf in vierde versnelling is het onmogelijk om het blok minder dan 3.000 toeren te laten draaien, bij 2.000 toeren op het gas resulteert in een Streetfighter die aan alle kanten schudt en trilt. Ongeacht of je nu de Street, Sport of Race rijmodus hebt geselecteerd. En dat maakt rustig rijden tot een godsonmogelijke opgave, het is niet de vraag of, maar hoeveel je te hard rijdt. Altijd en overal.

Het tweede dat me nog voor de fotobocht is opgevallen is hoe ontzettend goed Ducati over de ergonomie heeft nagedacht, en daar wordt ik wel vrolijk van. Zo oncomfortabel als de oude Streetfighter, zo super aangenaam is de zit op deze V4. Wat Ducati heeft gerealiseerd door het stuur minder ver Al ga je d'r onder liggen, ook dan is 'ie gewoon super sexynaar voren te plaatsen en daarnaast omhoog te buigen. Ten opzichte van het vlakke stuur van de oude Streetfighter ziet dat er misschien minder vet uit, maar dat neem je snel op de koop toe als je een dagje hebt gestuurd en hebt ontdekt dat ook 50 of zelfs 30 per uur qua zithouding totaal niet meer vermoeiend is. En dat is wel zo lekker in een tijd waar snelheid steeds meer wordt beperkt.

De minimalistische full-LED koplamp is volgens Ducati perfect in de geest van de Streetfighter V4 vormgegeven: enerzijds moet ’t doen denken aan het neusje van de Panigale V4, terwijl het anderzijds de gemene grijns van de Joker oproept, het karakter uit de strip Batman waardoor het Ducati Style Center was geïnspireerd. En daar kunnen we kort over zijn: missie geslaagd. Een korte aanblik is al voldoende om het water je in de mond te laten lopen, laat staan als je daar in je schuurtje of garage (of gewoon in je tuin) met een kistje bier een avondje vrij voor hebt gemaakt. Waarbij het wel mag worden gezegd dat het kontje zo met duozadel toch minder sexy oogt als met de afdekkap voor de duozit. Het 5” TFT kleurenscherm is mooi in het neusje geïntegreerd en blinkt uit in afleesbaarheid. Wel is het jammer dat een tankmeter uitblinkt in afwezigheid, evenals restkilometers, zeker omdat je nu op een benzinelampje af moet gaan dat al gaat branden wanneer je 11 van de 16 liter tankinhoud hebt verbruikt. Wat in ons geval al na minder dan 120 kilometer het geval was, bij een tripstand van 130 km werd de Streetfighter met 11,76 liter Euro loodvrij afgetankt.

Onheilspellend

Met een onheilspellende lucht die niet veel goeds belooft wordt met de Streetfighter het voor ons bekende rondje door Betuwe en Utrechtse Heuvelrug van pak ‘m beet 120 kilometer afgelegd, waar het vandaag opvallend rustig is. We beginnen de trip in de rijmodus Sport, wat de middelste van de drie rijmodi is en waar echt niets op aan te merken is. De gasrespons is prima voor elkaar en de V4 bouwt z’n vermogen Corona heeft ook zo z'n voordelen. Doordeweeks veel rustiger nu iedereen aan het thuiswerken isontzettend mooi en lineair op, zonder daarbij intimiderend te zijn. Nooit gedacht dat 208 pk zó gebruiksvriendelijk zou zijn. In de Street rijmodus is Ducati wat gebruiksvriendelijkheid betreft nog een stapje verder gegaan door het vermogen in de eerste drie versnellingen te smoren. Een beetje té als je ’t mij vraagt, maar van de andere kant… er zijn ook fietsen waarbij je het in die modus met slechts 100 pk moet doen.

Het Desmosedici Stradale motorblok heeft dezelfde afmetingen en geometrie als het blok van de Desmosedici MotoGP racer: een 90° V4 die 42° voorover is gekanteld, waardoor het geheel extreem compact is. Net als de MotoGP racers heeft ook de Desmosedici Stradale een tegengesteld roterende krukas, wat het gyroscopische effect van de wielen verkleint en daarmee de Streetfighter sneller en gemakkelijker van richting laat veranderen en tevens de neiging tot wheelies onder acceleratie reduceert. Aan dat laatste dragen ook de winglets hun steentje bij. 

Dat de Streetfighter V4 met speels gemak van richting is te veranderen blijkt overduidelijk op de smalle Waaldijk waar je op een 400 eigenlijk veel beter in je element bent. Met chirurgische precisie kan de V4 in elke bocht worden gelegd en het omleggen vergt amper kracht, wat ik gezien het koude weer met een buitentemperatuur van nog geen 10 graden boven nul niet had verwacht van de Pirelli Super Corsa banden waarmee de Streetfighter V4 standaard is uitgerust. Ducati heeft slim gekozen voor de hoge achterband (200/60 ZR 17”),
Pak maar vast een emmertje voor het, precies... 28 kg downforce bij 270 km/u, hebben we niet gecheckt als je 't niet erg vindt

Tweede generatie elektronische vering, Öhlins stuurdemper, quickshifter met blipper

Kanonne, wat een herrie maakt dat ding onderin. Dat dat door de keuring is gekomen is niet te geloven
een band die ten opzichte van een 200/50 of 200/55 ronder is, wat van richting veranderen een stuk gemakkelijker maakt. 

Wat ook opvalt als de Streetfighter de vrije teugels wordt gegeven, is dat de V4 bovenin een stuk beschaafder klinkt dan onderin. Dat klinkt als tegenstrijdig, maar ergens zien we er de logica wel van in: een blok dat onderin stil is, maar het bovenin uitschreeuwt maakt het voor anderen meteen duidelijk wanneer je aan het planken bent. En hoe minder luid, hoe meer je kunt planken zonder daarbij voor een ander overlast te zijn. Denk nu niet dat je bovenin door een Tesla zult worden overstemd, verre van, maar zeker ten opzichte van onderin klinkt het een stuk ingetogener. Want nog eens extra bijdraagt aan het idee dat de Streetfighter V4 een poeslief lammetje is. Een beresterk poeslief lammetje welteverstaan.

Dat klopt als een bus, totdat je van Sport op Track bent geswitcht en het beest (waar hebben we die kreet eerder gehoord) in de V4 hebt losgemaakt. On.voor.stel.baar. Vergeet alles wat we tot nu toe hebben geschreven, als een vurige hengst die er alles aan gelegen is om z’n ruiter uit het zadel te werpen knalt de Streetfighter er hevig hoofdschuddend vandoor, waardoor je al snel zult ontdekken dat wheelie control en slide control echt geen overbodige luxe is. Het wil nog maar niet vlotten met dit voorjaar, zo koud als 't is. Waar zijn nou die gasten van Global Warming enzo?Als je het lef hebt om er volgas vandoor te gaan. Niet dat we dat hebben gedaan, uiteraard. We zouden niet durven…

De elektronica mag de Streetfighter goed in het gareel weten te houden, maar toch was het niet allemaal pais en vree. Met name de quickshifter liet nog wel eens een steekje vallen als de laars tegen de schakelpook rustte, door op onverwachte momenten ineens de ontsteking te onderbreken. Alsof 'ie wil opschakelen, maar dan zonder het schakelen. 

Net als de Panigale V4 S heeft Ducati ook de S versie van de Streetfighter V4 van Öhlins welbekende semi-actieve vering voorzien, bestaande uit een NIX-30 voorvork en een TTX achtershock, gecontroleerd door de tweede generatie Öhlins EC 2.0 dat over een nieuwe OBTi (Objective Based Tuning interface) beschikt en zeker op het vlak van comfort niets te wensen overlaat. Net als bij de Panigale en Multistrada geldt ook hier dat elk van de drie rijmodi een eigen veerafstelling heeft, die ook nog eens is te finetunen door voor zachter/zachtst of harder/hardst te gaan. Waar we tijdens deze speeddate geen enkele behoefte hebben gehad, En ergens effe een bakkie doen zit er nu ook al niet in. Het zijn zwaren tijden, blij dat dit nog mogen doenhet voelde als een mooi compromis tussen sportief en comfort. In hoeverre het zal voldoen op een circuit blijft vooralsnog de vraag, zodra het weer kan zullen we de eersten zijn om dat te checken, maar afgaand op onze ervaringen nu hebben we niet het idee dat het op een circuit niet goed zal zijn. Daarnaast is de vering ook nog eens volledig in te stellen.

Net als de vering zijn ook de remmen het neusje van de zalm, in dit geval dus Stylema monobloc, Brembo’s doorontwikkeling van de M50 remklauw. De twee remklauwen met elk vier 30 mm remzuigers kunnen behoorlijk hard bijten in de 330 mm zwevende remschijven en daarmee een bizarre remvertraging realiseren. Hard, maar niet gemeen. Volgens Ducati hebben de winglets, goed voor een downforce van 28 kilo bij 270 km/u, een steentje bijgedragen aan de stabiliteit met aanremmen, hoewel we eerlijk gezegd daar niet veel van hebben gemerkt: met het ABS in stand 2 zat er bij extreem ankeren toch best wat beweging in het geheel. 

Conclusie

Als er één motor is waar we reikhalzend naar uit hebben gekeken, dan is dat absoluut de 2020 Streetfighter V4, de reïncarnatie van de oorspronkelijke Streetfighter die in 2009 op de markt werd gezet en voor z’n tijd qua specs minstens zo indrukwekkend was geweest, Adrenalinerush in het kwadraat, maar waarschijnlijk ook je abonnement op het CJIBmaar nooit het verkoopsucces werd waarop Ducati had gehoopt omdat ‘ie voor velen een beetje té veel van het goede was, alsof je in een constant gevecht met de straat was. Een gevecht waarvan je wist dat je het zou gaan verliezen, het was alleen de vraag wanneer.

Ducati heeft echter van haar fouten geleerd en het met de Streetfighter 2.0 heel anders aangepakt. Hetzelfde uitgangspunt, maar dan anders uitgevoerd. Was de Streetfighter 1.0 een 1098 Superbike in Naked trim, is deze 2.0 versie van de Panigale V4 Superbike afgeleid, met prestaties die zelfs menig Superbike doen verbleken. We zegen het maar eens: 208 pk bij 178 kilo. 

Het grote verschil tussen 1.0 en 2.0 is echter dat Ducati ditmaal ontzettend goed over het concept heeft nagedacht en van de Streetfighter V4 geen ontembaar en daarmee onrijdbaar beest heeft gemaakt, maar een fiets die een onuitwisbare indruk bij je achterlaat en tegelijkertijd super gebruiksvriendelijk is, maar om exact diezelfde reden er ook voor zorgt dat je altijd en overal te hard rijdt. De volgende dus graag met cruise control, om het tempo te kunnen controleren op een doorgaande weg. En nu maar hopen dat er de komende week geen post uit Leeuwarden in m’n brievenbus zit.

 

Kanonne, wat een kanon; water loopt je in de mond; Panigale voor de straat; ergonomie; dat geluid

Quickshifter was nukkig bij tijd en wijle; geen cruise control; probeer eens de maximum snelheid in ere te houden; dat geluid

Technische gegevens

Merk/model Ducati Streetfighter V4 S
Motor
Type Desmosedici Stradale 90° V4
Koelsysteem Vloeistof
Cilinderinhoud 1.103 cc
Boring x slag 81 x 53,5 mm
Compr. verh. 14:1
Klepaandrijving DOHC, 4 kleppen per cilinder, desmodromisch
Ontsteking Digitaal, 8 standen DTC EVO, 3 rijmodi, EBC EVO, DWC EVO, DSC, DPL
Starter Elektrisch
Benzinetoevoer electronische injectie, ride-by-wire, variabele inlaatkelken
Smering semi-dry sump
Vermogen 208 pk @ 12.750 tpm
Koppel 123 Nm @ 11.500 tpm
Transmissie
Aantal versnellingen 6, close ratio, quickshifter met autoblipper
Eindoverbrenging O-ring ketting
Koppeling Nat, meervoudige plaat, elektronische slipperclutch, hydraulisch bediend
Chassis
Frame Aluminium legering "Front Frame"
Wielbasis 1.469 mm
Balhoofdhoek 24,5°
Naloop 100 mm
Vering voor Öhlins NIX30 43 mm upside down, volledig elektronisch instelbaar (manueel / semi actief)
Vering achter Öhlins TTX36 monoshock, volledig elektronisch instelbaar (manueel / semi actief)
Veerweg voor 120 mm
Veerweg achter 130 mm
Voorrem Dubbele schijf 330 mm, Brembo Stylema radiale 4-zuiger Monoblocs, bochten e-ABS EVO
Achterrem Enkele schijf 245 mm, Brembo 2-zuiger remklauw, bochten e-ABS EVO
Voorband 120/70 ZR 17"
Achterband 200/60 ZR 17"
Afmetingen
Lengte n.b.
Breedte n.b.
Hoogte n.b.
Zadelhoogte 845 mm
Gewicht 199 kg rijklaar
Tankinhoud 16 liter
Reserve 5 liter
Gegevens
Rijbewijsklasse A
Garantie 2 jaar
Adviesprijs NL € 26.590,00
Adviesprijs BE € 22.990,00
Importeur NL Ducati Benelux
www.ducati.nl