Zoeken

Rondje IJsselmeer: Cagiva Raptor vs Suzuki GSX-650F

Pagina 5

16 februari 2008
Inhoudsopgave
Rondje IJsselmeer: Cagiva Raptor vs Suzuki GSX-650F
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6

En in de andere: Cagiva Raptor 650

Rondje_IJsselmeer_3410.jpg

We schrijven het jaar 2001 als Cagiva de lichte versie van de Raptor (1000) presenteert... de Raptor 650. Gebaseerd op zijn een jaar eerder gelanceerde grote broer, waarbij de 1000cc sterke (uit de TL-1000 afkomstige) V-Twin is ingeruild voor een tweecilinder van hetzelfde merk. Ontsprongen uit het geestelijke brein van Claudio Castiglioni, grote baas van Cagiva dat ooit verbonden was met het Bolognese Ducati dat met de Monstro de oervader der sportieve nakeds had neergezet. Niet vreemd, gezien de verkoopcijfers van Ducati's Monster, dat Cagiva met een eigen variant op dat thema zou komen. In die tijd was de Monster familie goed voor ongeveer 70% van Ducati's verkoopcijfers. In veel opzichten was de Raptor dan ook het evenbeeld van Ducati's evergreen. Korte, gedrongen naakte verschijning, breed stuur, agressieve zithouding, trellis buizenframe, zelfs het lijnenspel van tank/zit heeft iets 'monsterachtigs'. Rondje_IJsselmeer_3324.jpgNiet vreemd als je bedenkt dat Castignioli daarvoor niemand minder dan Miguel Galluzzi, de ontwerper van de oorspronkelijke Monster, vanuit Ducati naar zich toe wist te trekken. De Raptor familie werd geheel in eigen huis ontworpen, ontwikkeld en geproduceerd, met uitzondering van het motorblok dat zoals gezegd bij Suzuki werd ingekocht. Dat Cagiva met de Raptor een tijdloos design heeft weten neer te zetten, dat leerde ons de geschiedenis. Tot op heden is het model nagenoeg ongewijzigd gebleven, de upgrades die het model te verwerken kreeg waren dan ook voornamelijk van motorische aard. Zo kreeg de fiets enkele jaren geleden injectie aangemeten en gaat sindsdien als Raptor 650 i.e. door het leven.

Toch werd de Cagiva Raptor niet het verkoopsucces waar de Italianen zelf op hadden gehoopt. Het misschien enerzijds té radicale (vanwege de nadrukkelijke driehoeksverhoudingen) en anderzijds té veel op de Monster gelijkende ontwerp, de onbekendheid met het merk, financieel zwaar weer en een falende marketingafdeling maakten dat de Raptor nog niet in de schaduw van zijn voorvader, de Ducati Monster, wist te staan. Hetgeen zondermeer jammer is te noemen, eenmaal plaatsgenomen op de Raptor begrijp je niet dat dáár niet meer motorfietsen van zijn verkocht. Dat er desondanks nog aardig wat te verbeteren was aan het ontwerp van Mr. Galluzzi, dat wist Vincent ons al ras te vertellen nadat hij alweer anderhalf jaar geleden de gelukkige eigenaar werd van zo'n 650 i.e. Na anderhalve fles Single Malt ging Burger helemaal los en besloot dat het allemaal anders moest. Als eerste moesten de standaard uitlaten het geloven, gevolgd door de kentekenplaathouder die van het kaliber 'minimaal' moest worden. Met nu in achterlicht geintegreerde LED-klipperlichten én hoge uitlaten gaven de Raptor al een geheel ander aangezicht, maar dat was nog niet radicaal genoeg voor Meneer Burger. Dus moest de toch wel heel erg 'gewone' koplamp het bezuren en moest plaatsmaken voor het frontje van een... Honda Hornet600. Het eindresultaat mag zondermeer geslaagd genoemd worden. Sterker, je zou denken dat de gehele koplampunit voor deze Raptor was ontworpen. Nog even en die Burger gaat een nieuwe carrière beginnen.

Rondje_IJsselmeer_3403.jpgKloppend hart van de Cagiva Raptor is, zoals gezegd, het 645cc grote V-Twin motorblok dat normaal gesproken dienst doet in Suzuki's SV650(S). De voor Europese begrippen kleine tweecilinder is op papier goed voor zeventig Pk, maar een run op de Dynostar vermogensbank een jaar geleden leerde ons dat Cagiva met die opgave aan de veilige kant had gezeten, maar liefst 76 paarden wist Vincent's raptor op die bank te mobiliseren... aan het achterwiel welteverstaan. En dat was zondermeer te merken. Vergeleken met de GSX-F was de Raptor een bronk dynamiet. Een klein rukje aan het gas was voldoende om de aanwezige paarden erop te wijzen dat er werk aan de winkel was. In tegenstelling tot die Soes waarvan de paarden nog in een diepe winterslaap leken te zijn. De eerlijkheid gebied ons echter wel te vertellen dat namate onze trip vorderde de Suzuki steeds kwieker begon te worden, hetgeen zou kunnen betekenen dat de fiets bij aanvang van onze test nog niet helemaal was ingereden. De 1.700 maagdelijke kilometers van de Soes staan dan ook in schril contrast met de 28.900 kilometer die de Raptor al achter z'n kiezen had zitten.

Ondanks zijn naakte verschijning is het prima vertoeven op de Raptor. Tenminste, zo lang het tempo niet de 140 km/u te boven gaat, maar zo hard kan cq. mag je hedentendage toch nergens meer rijden. Het standaard stuur heeft bij deze fiets plaatsgemaakt door een bredere variant wat de fiets nét dat beetje meer agressie geeft. Met 180 kg mag de fiets op papier niet bepaald als lichtgewicht te boek staan, maar van die kilo's in in de praktijk maar weinig te merken. Met speels gemak laat de fiets zich van het ene op het andere oor gooien, enkel de standaard zachte en niet instelbare vering zal op een bepaald moment roet in het eten gaan gooien. De donkere klappen die de high-mount G.P.R. uitlaten ten gehoor brengen zijn daarbij een lust voor het gehoor. Verre van legaal natuurlijk, maar dat maakt de pret er niet minder om.

Rondje_IJsselmeer_3414.jpg

Twee of vier?

Kiezen tussen de Suzuki en de Cagiva was niet alleen kiezen tussen gekuipt of naakt, maar meer nog kiezen tussen twee of vier cilinders. Op papier zou de Suzuki met 85 Pk de meerdere moeten zijn van de Cagiva, die met zeventig paarden genoegen zou moeten nemen. Toch bleek de praktijk heel anders te verlopen. Daar waar de Soes aanvoelde als een bejaardenbus op weg naar Lourdes ontpopte de Italiaanse olifant zich als een woeste tiener op weg naar het Dynamo festival. De contrasten tussen beide fietsen hadden dan ook niet groter kunnen zijn. Zo zijdezacht als de GSX-F zijn vermogen wist af te geven, zo flitsend en direct verging het de Raptor. Enkel voor wat betreft de topsnelheid was het uiteindelijk toch de Suzuki de er met de winst vandoor ging, maar dát was de fiets wel aan zijn stand verplicht.

Ander aspect wat onze wenkbrauwen deed fronsen, was het brandstofverbruik wat beide fietsen deze trip wisten neer te zetten. Nam de Cagiva nog genoegen met een litertje Euro loodvrij voor elke gereden 17 kilometer, bij de Suzuki was vier kilometer eerder die liter brandstof er doorheen. En dat was toch wel een kleine domper op de feestvreugde, zeker bij het gereden tempo hadden we eerder een verbruik van rond de 1:20 verwacht, maar dat bleek niet zo te mogen zijn.