Test: Kawasaki ZX-10R
Test: Kawasaki ZX-10R
| Inhoudsopgave |
|---|
| Test: Kawasaki ZX-10R |
| De techniek |
| License to Thrill |
| Killing Joke |
| Conclusie |
| Vermogensbank |
| Nakaarten |
| Technische gegevens |
Men in Black
Als je de geschiedenis er op naslaat, dan is Kawasaki altijd een merk geweest dat a) tegendraads en b) erg extreem is geweest. Terwijl alle merken zich begin jaren '90 min of meer hadden berust in de toen dreigende 100 pk limiet, kwam juist Kawasaki met de ZZR1100. De eerste motor die een topsnelheid van 300 (teller) kilometers per uur wist te bereiken. En toen iedereen na de introductie van de Hayabusa dacht dat het toch echt niet gekker zou moeten worden, kwam juist Kawasaki met de ZX-12R. Een motor die niet alleen qua vermogen de Gixxer ver achter zich liet, maar ook qua sportiviteit de betere was. Het ging Kawasaki niet om de meest rijdbare, maar wel om de meest extreme fiets neer te zetten.
Tegendraads
Zoals gezegd, de ingenieurs uit Hamamatsu waren ook tegendraads. Toen Honda de FireBlade lanceerde en daarmee het woord Supersport een totaal nieuwe dimensie gaf, bleef men bij Kawasaki trouw aan het concept van Heavy Industries. Let wel, met de nadruk op Heavy. Daar waar er een nieuwe generatie aan Supersports ontstond, waarbij niet het vermogen maar wel het gewicht een steeds belangrijkere factor was geworden, bleven de ingenieurs van Kawasaki geloven in de kreet: 'de zware is je ware'. Sterker nog, tijdens de introductie van de ZX-7R probeerden de geleerden het tij nog te keren met het verhaal dat gewicht helemaal niet zo belangrijk was voor een Supersport. Dat juist dat surplus aan gewicht nodig was voor de stabiliteit van de ZX-7RR fabrieksracer, waarmee coureurs als Scott Russel en Anthony Gobert een vuist moesten maken in het WSB.
En zo bleef men in Hamamatsu maar wedden op het verkeerde paard. De ZX-9R, die inmiddels al weer tien jaar geleden voor het eerst het levenslicht zag, was eigenlijk van hetzelfde laken een pak. Veel vermogen, maar ook veel gewicht. En ondanks dat de ZX-9R in die tien jaar de nodige modificaties onderging, waarbij men langzaam maar zeker de noodzaak van (het ontbreken van) gewicht ging onderkennen, bleef er toch een negatieve aura rond de motor hangen. Niet dat die motor slecht was, verre van dat, maar Yamaha had ondertussen de R1 geintroduceerd. De rest is geschiedenis.
Return to glory
Er was Kawasaki dan ook alles aan gelegen om een mega klapper uit te delen in het supersportieve segment. De glorieuze tijden van weleer moesten weer op gaan bloeien en één ding was duidelijk, hiervoor zou men toch echt uit een ander vaatje moeten tappen. En dat gebeurde. Tijdens de lancering op de salon van Parijs verleden jaar waren vriend en vijand dan ook erg onder de indruk van de opvolger van die ZX-9R: de ZX-10R. Gegevens werden toen nog niet vrijgegeven. Het enige wat in de persmap stond was dat dit de meest extreme Supersport aller tijden zou zijn met de meest extreme gewicht/pk verhouding. En niemand die daar aan twijfelde. En wederom ging men bij Kawasaki tegen de draad in, nu bij de concurrentie juist rideability het sleutelwoord tot succes was geworden. Hoe dan ook, Kawasaki had een statement gemaakt en nog voordat ook maar een journalist zijn been over het zadel van deze motor had geworpen was iedereen het er over eens. Dit is geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Hier staat weer een echte Kawasaki, uitsluitend geschikt voor
Tekst & Foto's: Ed Smits
Bewerking: Anita van Rooijen

