Zoeken

Voorwoord: de Staatskas

30 januari 2010

pasfoto_ed.jpgKleine boetes leveren 130 miljoen op voor de staatskas, was afgelopen week in het AD te lezen. En onze overheid maar volhouden dat geld niet de reden is van deze boeteterreur.

Hoe harder de overheid haar eigen leugens blijft volharden, hoe meer mensen daartegen in opstand gaan komen. Dat van de in totaal 9,1 miljoen uitgeschreven boetes ruim 6,5 miljoen voor rekening van de groep 4-10 km/u te hard komt is daarbij koren op de molen van die tegenstanders. Sterker, verruim de groep naar 4-15 km/u te hard en je praat zelfs over 8 miljoen overtredingen, hetgeen in schril contrast staat met de kleine groep van 45.000 mensen die een boete kregen voor het overschrijden van de maximum snelheid met 31 - 40 km/u. Ofwel 0,005% van alle door het CJIB geregistreerde snelheidsovertredingen.

Je kunt je dan ook terecht afvragen of het Nederlandse beleid moet worden aangepast, zeker als je daarbij de tarieven in ogenschouw neemt. Zo moest ik voor 10 km/u te hard in Nederland bij het CJIB € 49 (€43 + € 6 administratiekosten, waar dat weer goed voor is?) aftikken, terwijl vanuit Duitsland ik een schikking kreeg thuisgestuurd voor het overschrijden van de maximum snelheid met 20 km/u: boetebedrag 30 Euro. Niet vreemd dat steeds meer mensen het gevoel krijgen dat flitspalen of verdekt opgestelde mobile controles er alleen maar zijn om de staatskas te spekken in plaats van de verkeersveiligheid te bevorderen.

Gelukkig zijn er mensen als docent verkeersveiligheid aan de hogere School voor Hogere Politiekunde Ron Berkhout die vinden dat de Nederlandse overheid te ver is doorgeschoten in haar beleid. Dat er meer naar de omstandigheden moet worden gekeken dan naar de overschreden snelheid. Per slot van rekening is 40 km/u 's te hard nachts op een lege snelweg minder gevaarlijk dan overdag 10 km/u te hard in een drukke woonwijk met spelende kinderen.

Het deed mij terugdenken aan een motorvakantie jaren geleden in het Duitse Harzgebergte, waar we bij het binnenrijden van een dorp werden staande gehouden door de politie. Als voorrijder van de groep werd ik het eerst aangesproken door Herr Polizist, met de vraag waarom ik te hard had gereden. Een donderpreek volgde, waarna hij naar nummer twee ging en hetzelfde ritueel zich herhaalde. Na de hele groep aan te hebben gesproken kwam Herr Polizist weer bij mij terug, vroeg wat we ervan hadden geleerd en wenst ons met een "Reizen statt Razen" nog een goede en behouden reis naar huis.

Ondanks dat we geen bekeuring hadden hoeven te betalen had zijn actie wel degelijk effect. Overdonderd én onder de indruk als we waren deden we het vanaf dat moment een stuk rustiger aan binnen de bebouwde kom. Kijk, zo kan het dus ook...

Ed Smits
Hoofdredacteur