Wales per Africa Twin en Freddy Spencer
Stevig stoeien
Tekst: Thierry Sarasin
Fotografie: Honda
Dat moet Freddie zijn
Goed begonnen is half gewonnen, dus op de heenreis leek het erop dat deze trip maar niks ging worden. Vertraagde vluchten, gemiste verbindingen en constante spijt dat ik niet gewoon met de motor naar Wales gereden was, zorgden ervoor dat ik na 14 uur reistijd pas na middernacht in het hotel aankwam. We vertrekken om 8.30u, liet Honda me nog weten.
Ik dus om 7u aan het ontbijt en aan de andere kant van de kamer zat een man die op een oudere versie van Freddie Spencer leek. Nu, het was geleden van de jaren 90 dat ik nog eens een foto zag van de levende Grand Prix legende. Dat kon kloppen. Maar wat Freddie in Wales zou doen voor een off road ding met een Africa Twin? Geen idee, maar in elk geval zat diezelfde gast een uur later ook in de off road klas die we van Dave Thorpe kregen. Het was inderdaad Freddie himself. Bleek dat de drievoudige wereldkampioen door Honda uitgenodigd was om bij een andere drievoudige wereldkampioen off road les te nemen. Freddie, ikzelf en nog een man of 8 trokken de Welshe bergen in. M
Bij elkaar opgeteld zes wereldtitels. Alleen lullig dat het niet evenredig is verdeeldet Dave Thorpe als instructeur. En s anderdaags zouden we met zijn allen naar Snowdonia rijden, een natuurreservaat in Wales met o.a. ook de hoogste berg in het land; Mount Snowdone is meer dan 3500 m hoog. Dat is al een redelijke hoop.
En zo begon het opzet van de hele trip me te dagen. De motoren testen is niet meer nodig, Honda mikte erop me de motor te laten ervaren. Zien wat hij allemaal kan, waartoe hij aanzet en jawel, welke emoties hij opwekt. Vuile truc natuurlijk om mij met Freddie op pad te sturen, want helden moet je eren en respecteren, dus qua emoties ging het onmiddellijk al de goede kant op. Bleek uiteindelijk dat Fast Freddie ook nog een toffe peer is. En dat hij voor het eerst op een adventure bike stapte. "Ik heb in mijn jonge jaren wel wat off road gereden met een oude enduro en een beetje dirt track gedaan zoals elke Amerikaan. Maar eigenlijk ben ik een leek," gaf hij ootmoedig toe.
![]()
We wisten dat 'ie best veel kon, maar zoveel hadden we niet verwacht. Net als de Africa Twin
Wat we meteen een vertrouwensboost gaf. U moet weten, ik rijd al van mijn 9 jaar motorcross, ben al een keertje van Parijs naar Dakar gereden en ga geregeld met de XR400 nog enduro rijden. Het beeld om de drievoudig wereldkampioen eens buitenom te passeren, zweefde al voor mijn netvlies. Er was één ding waar ik geen rekening mee had gehouden. Wie wereldkampioen wegrace wordt, kan buitenaards goed met een motor rijden. En dat helpt ook off road. Ik zal het maar verklappen: ik ben Freddie op de Dave Thorpe-stage maar één kaar gepasseerd.
En dat was toen hij op zijn smikkel ging. De Welshe heuvels lagen er bijzonder modderig en vooral spekglad bij. Wat we met de Africa Twins deden, zou met je doorsnee enduro al geen makkie zijn. T
egen de middag hing mijn tong al ergens in de buurt van de ketting. Freddie daarentegen gaf geen krimp. This is fun! kraaide hij. Ik hapte naar adem en beaamde hevig knikkend.
Na de middag ging het beter. Ik had door dat ik minder tegen de Africa Twin moest vechten. Het ding doet het best aardig op zichzelf. Tractiecontrole op het minimum, off road ABS aan (enkel vooraan werkt het dan) en kiezen tussen een DCT of handgeschakelde. Toegegeven, bij het begin wilden we van de DCT niet weten, maar in echt benarde situaties reed de DCT versie door alsof er niks aan de hand was. Terwijl je toch best handig moet zijn met de koppeling om er vlot door te geraken. Extra puntje bij de DCT dus. En vooral een proficiat aan de Africa Twin, want hoe grondig we de motor ook al hebben getest, we hadden nog nooit dermate limieten opgezocht. A
Blij dat ik 'm niet hoef schoon te maken vanavond. Toch?fdalingen waar je te voet niet naar beneden kwam, verteerden we vlot. Spekgladde klims bedwongen we. Lange en diepe sporen ploeterden we door. Hoe minder zorgen ik me maakte, hoe beter het ging. Freddie, die natuurlijk van niet beter wist, vond het allemaal geweldig en amuseerde zich de hele dag te pletter. Dave Thorpe zag dat het goed was en gaf me op het einde van de dag een heus diploma. Ik glimlachte, sleepte me naar het hotel, viel in slaap en kwam om 20u in het restaurant voor het avondeten. Freddie kwam aangetuft in een golfwagentje, in het gezelschap van Honda Europe's Ian Baker. Die lachte, maar eerder groen. Freddy heeft met zopas zwaar verslagen in het golfen, jammerde hij. Bleek dat Freddie niet alleen op twee wielen zijn mannetje kan staan. "Toen ik de Spencer Racing Academy runde in Las Vegas heb ik ook leren golfen daar, ik ben redelijk goed nu," lachte Freddy. "Golf was ook een uitdaging. Ik heb een keer 3 maand aan een stuk elke dag gegolfd, tot ik het niveau had dat ik wilde. Als je iets wilt bereiken, moet je je daarop focussen en er alles aan doen om het te halen. Ik wilde een degelijk golfniveau. Wel, het is me gelukt."
Tijd voor een goed glas wijn en een iets langere babbel met de man die ooit een 250 cc en 500 cc titel in één seizoen won. Iets over de golden eighties, de periode van de 500 cc tweetakten, de unrideables, noemde men die dingen. En ook de jaren waarin generaties elkaar kruisten. D
e periode waarin King Kenny Roberts het talent Spencer zag verschijnen. Barry Sheene reed nog rond. Lawson stak de neus aan het venster.
Tijd voor een sterk Spencer verhaal. "Begin de jaren tachtig waren er de Trans Atlantic series. Een reeks die naast de GPs gereden werd. Ik had een deal met America Honda maar ze vonden het ok om in Europa met Yamaha te rijden. Dan kon ik ervaring opdoen! Het zou nu anders zijn. Ik had in 1980 de eerste race gewonnen op Brands Hatch als rookie, de dag erna gingen we naar Silverstone en ik werd geklopt door Kenny en de derde dag was er Mallory Park. Ik wou iets bewijzen en ik reed het ene ronderecord na het andere. De kuip raakte voortdurend de grond en de motor zetten in één bepaalde bocht altijd een stap opzij. Ik duwde hem altijd weer goed met mijn knie. Maar na enkele ronden ging het mis en ik crashte terwijl ik op kop lag. Ik was daar echt kapot van. Ik kwam de pits binnen en Erv (Kanemoto van HRC, T.S.) wachtte me op. Hij was echter helemaal niet boos en zag het als een les. Maar ik was ontroostbaar. En ik heb hem toen beloofd dat dit nooit meer zou gebeuren. En het is ook nooit meer gebeurd. Ik ben nooit meer gecrasht terwijl ik op kop lag. Dat was een belangrijke les. Ook hier was het mentale aspect weer van groter belang dan de pure snelheid. Al moet je die snelheid natuurlijk ook hebben. Jammer dat die Trans Atlantische series verdwenen zijn. In 84 stonden we, Barry (Sheene), Eddie (Lawson), Kenny (Roberts) en ikzelf aan de start van die races, tussen de GPs door. Stel je voor dat je dat nu zou doen; het is niet meer denkbaar. Maar het zou wel een massa volk lokken."
Sportief touren
Met een sterk verhaal en herinneringen aan een intensieve dag met twee wereldkampioenen in het achterhoofd, was de slaap vatten niet moeilijk. Op dag twee stond er geen off road meer op het programma, maar een rit langs de mooiste wegen van Wales. Een Adventure Bike moet van alle markten thuis zijn, dus we deden dan maar iets totaal anders. 350 km slingerende wegen, niet altijd even goed asfalt, maar geen kat die er op lette. De omgeving is immers adembenemend. En we kregen een kleine 37 graden op de helm. De warmste dag van het jaar, wist men ons langs de weg te vertellen. Het moet ons weer overkomen. Freddie amuseerde zich ondertussen weer te pletter. N
adat hij mij verbluft had met off road en Ian geklopt in het golfen, beet hij zich nu vast in het achterwiel van voorrijder Dave. Niet bewust, ongetwijfeld, maar in elke bocht zag je één knietje naar buiten kantelen en de Africa Twin leek bij hem wel vlotter van richting te veranderen dan bij ons.
Terwijl Dave met Spencer in zijn wiel stevig op het gas ging op een route die hij kende als zijn binnenzak, loste Spencer voor geen meter, terwijl hij meer dan waarschijnlijk fluitend in zijn helm de omgeving zat te bewonderen. Absoluut niet bereid om het kneusje van de hoop te worden, deed ik er alles aan om die twee te volgen en samen met Hugo, mijn nieuw gevonden Portugese maat, slaagden we daarin. Maar niet zonder moeite. Freddie had duidelijk niet eens in de gaten dat er gepusht werd. "Als we op de weg rijden, maak ik er altijd een punt van om op mijn baanvak te blijven. Niet afsnijden! Ik ziet het als een circuit dat d
e breedte heeft van één vak. Afsnijden is gevaarlijk. Dat doe je niet. Ik ben ooit eens gaan rijden met Dennis Hopper. Op basis van zijn films zou je verwachten dat die gast kan rijden. Niet dus. Aan het eerste licht lag hij al naast zijn Harley en even later in de bergen heeft hij een bocht gemist. Lauren Hutton, die hem volgde brak armen en benen. Ik doe dat nooit meer. Al goed dat jullie goed rijden. Dit is fun, niet?" Inderdaad, maar niet zo gemakkelijk als je denkt Freddie. Al goed dat de Africa Twin duidelijk ook het sportieve wegwerk aankan. De motor lijkt beter te worden als je hem pusht. Goed sturen, veel vertrouwen bij het remmen en een elektrisch vangnet. Genoeg om na een tijdje harder te gaan dan fatsoenlijk is. En om een deel van het natuurschoon te missen. Nota aan mezelf: als je nog eens moeite hebt om te volgen, zeg dat je de omgeving wilde bewonderen.
![]()
Over tongbrekers gesproken, probeer dit maar eens uit te spreken
Nota aan mezelf 2: zeg dat enkel als Freddie niet mee is. Die bewondert immers de natuur terwijl hij harder gaat dan een doorsnee sterveling ooit zal kunnen. Nog even een stop op de top van Mount Snowdon en dan rijden we verder tot aan het treinstation met de langste naam ter wereld. Vraag me niet hem hier neer te pennen. Roffel even op het toetsenbord van een computer naar keuze en je krijgt iets wat er ongetwijfeld op lijkt.
Tijd voor het avondmaal dan in een heus caravankamp vlakbij Mount Snowdon. Riviertje dat door het kamp raast, gezellige sfeer, allemaal heel on-officieel en Freddie die me ondertussen als buddy begint te zien en nog wat verhalen boven haalt. Ik vraag m of hij nu liever met een tweetakt of viertakt rijdt. W
ant ik heb Dave Thorpe gisteren horen zeggen, dat hij, als hij mocht kiezen, altijd voor een viertakt zou gaan.
"Nuance," reageert Freddie. "Dave zei dat omdat je hem vroeg voor wat hij nu zou kiezen. Hij is ondertussen begin de vijftig en niet meer in topvorm zoals in de jaren tachtig. Hij koos die viertakt omdat hij gemakkelijker te berijden is. Maar daarom niet sneller. You know, het tweetakt tijdperk was op veel vlakken onvergetelijk. Weet je dat momenteel enkel de fabrieks WSB motoren en MotoGP motoren sneller zijn dan de motoren waarmee ik reed? Ik reed vorig jaar voor een demo op NSR van 88. Niet eens een fabrieksmotor. En ik reed tegen een competitie R1, 195 achterwiel pks. Wel, alleen als ik halfgas accelereerde uit de bochten bleef hij me volgen. Volgas reed ik hem gewoon los. Tweetakten wegen 130 kg ze hebben 200 pk
. Dat is een onwaarschijnlijke combinatie. En dan is er nog die directe respons en transfer van het vermogen. Je kun je alleen maar voorstellen hoever dat had kunnen gaan als ze ermee hadden doorgegaan. Maar ze noemden ze niet voor niets de unrideables. I
k vermoed dat in 99 procent van de gevallen er harder met die R1 gereden werd. Maar ik heb natuurlijk wel wat ervaring met tweetakten." (lacht)
De V4 liefde
Nog eentje dan voor het slapen gaan. Al met de RC213V-S gereden, Freddie?
"Ja, natuurlijk. Ik heb er dit jaar in Motegi mee gereden in het voorprogramma van de GP. Ze hadden voor de gelegenheid Kenny op de R1 M gezet. We zijn er nog goed tegenaan gegaan, ik heb Kenny moeten zeggen dat hij wat moest kalmeren, want het ging de foute kant op (lacht). Maar het is ontegensprekelijk een unieke motor. Echte MotoGP techniek. Ik ken de RCV goed. Ik testte in 2001 met de eerste versie. De tractiecontrole was gewoon reactief. Het ding brak uit en toen greep de tractiecontrole schokkend in. Toen ik zes jaar later met de motor van Nicky (Hayden, T.S.) reed, was ze al pro-actief. Dat wil zeggen: ze greep in nog voor het mis ging. En nu staat de elektronica op een onwaarschijnlijk niveau. En die RC213V-S heeft zo goed als alles mee. Het is de beste productiesportmotor ooit gebouwd. No doubt about it. Ik ben bovendien een fan van V-motoren. Je toonde me daarnet de foto van je VF100R. Wel, ik heb daar nog mee geracet. Ik heb zelfs met de VF750R nog Daytona gewonnen. En de RC30 is mijn favoriete sportmotor. De RC30 is de eerste productie Honda met HRC input. Een deel van het frame was gebaseerd op mijn NSR. De RC30 is dus heel speciaal voor me; is een walk in memorie lane, zoveel van wat we met HRC deden in de GP heeft gediend om die motor te bouwen. Heel speciaal gevoel, maar ook op VFR en andere Honda V4 motoren heb ik dat gevoel."
Zip Ride
Tijd om in de tent te kruipen. s Anderdaags stond er een specialleke op het programma. We gingen zip-riden. Voor de leken (zoals ik) dat is als een worst vastgebonden aan een katrol naar beneden suizen van een berg. In dit geval: de langste zip ride van europa. Goed voor een duik van meer dan 200 meter met een topsnelheid van 165 km per uur. Dat moet kicken zijn. Als je geen hoogtevrees hebt. Freddie had het meteen in de gaten. "C'mon man, lets make it a race!" lachte hij. Met een gewichtsvoordeel van ongeveer 20 kg extra dacht ik dat ik zeker sneller dan Freddie naar beneden ging suizen. Een uitgelezen kans om hem eindelijk eens te kloppen. Ik stopte mijn hoogtevrees in een donker kamertje van mijn hersenpan en even later bengelden Freddie en ik aan een koord. "Ready for this?" vroeg hij, en een moment later suisden we naar beneden. Vraag me niet hoe hij het deed, maar terwijl ik normaal sneller moest dalen, gleed Freddie vlot een meter of 10 van me weg. Ik foeterde aan dik 160 km per uur w![]()
Zelfs hier wist Freddy me voor te blijven. Hoe doet 'ie dat toch?
![]()
"Ken jij die mop van die Belg die van de berg afgleed?"at in zijn richting, maar het hielp niet. Off road, on road en nu ook aan een kabel bleek Fast Freddie inderdaad te snel. Ter land, ter zee of in de lucht, een GP-kampioen kloppen blijkt een nagenoeg onmogelijke opdracht. Maar toen we op het landingsplatform stonden, haalde de adrenaline het van het verlies. Ook Freddie was enthousiast. This was just awesome!, riep hij. Just like flying! Thanks man, great fun!
Mooie dagen
En het was waar. Een waardig hoogtepunt van een leuke driedaagse. We sprongen opnieuw op de Africa Twin en reden richting Birmingham waar we nog een bezoek aan het motormuseum brachten. 171 verschillende Britse merken, van ongeveer 160 daarvan had ik nog nooit gehoord. Freddie sloot de driedaagse af met een visie op het hedendaagse GP-circus. Rossi is the king, stelde hij. Maar je moet ook bewondering hebben voor andere rijders. Marquez bijvoorbeeld. Hoe hij van bij zijn eerste seizoen aan de top zat. Of voor Jorge (Lorenzo). Die stijl. Zo perfect. Je kunt alleen maar zo rijden als je anticipeert op wat komt. Hij weet perfect hoe de motor gaat reageren. Daarom rijdt hij zo precies. Unieke stijl. Je zit momenteel dus met een aantal heel grote kampioenen. Dit zijn hoogdagen voor de MotoGP. Dat was in de jaren tachtig ook zo. Elk tijdperk heeft zijn kampioenen. Ik ben blij daar deel van uitgemaakt te hebben. En zo sloot de man die een pionier was voor HRC in de jaren tachtig en als enige 250 en 500 cc wereldkampioen werd in één jaar een memorabele driedaagse af. Heel wat bijgeleerd over de Africa Twin en over Freddie. Mooie dagen.