Fabrieksbezoek Piaggio
Van wesp tot wereldconcern
Door Peter Aansorgh
Scheepsinterieuren
Het verhaal van Piaggio begint in Genoa, in 1884. Het stadje had een bloeiende scheepswerf, waarvoor Rinaldo Piaggio als zelfstandig timmerman scheepsinterieuren ging maken. Dat was het begin van Piaggio & Co, waarbij de Co-schappen werden ingevuld door beeldhouwer
Pietro Costa en wapenfabrikant Giuseppe Piaggio. Het bedrijf groeide snel en startte met de bouw van eigen zeeschepen. Daarna bereidde het uit naar de fabricage van treinen en vliegtuigen.Piaggio werd zelfs een vooraanstaande fabrikant van militaire vliegtuigen. Dat kwam ze echter duur te staan, want in de tweede wereldoorlog werden veel van de vliegtuigfabrieken door de geallieerden als strategische doelen bestempeld en met de grond gelijk gemaakt.
De experimenten van Piaggio leidden in 1943 tot het eerste prototype van een scooter, de Paperino, wat staat voor Donald Duck. Enrico Piaggio zag het ontwerp en vond het idee goed, maar was nog niet helemaal te spreken over de vormgeving. Ingenieur. D’Ascanio kreeg een paar weken om een nieuw design te maken. Hij ontwikkelde daarop een scooter met een zelfdragend frame, een 98cc motor en een versnellingsbakje, met een schommelarm voorvork.Het frame zorgde tegelijk voor bescherming van de rijder, die op een soort stoel zat. Sterker nog, de ingenieur tekende eerst een persoon die comfortabel
rechtop op een stoel zat en tekende er toen een scooter onder. De filosofie was ook dat het voertuig uit lichte materialen gebouwd moest worden, zoals de materialen waarvan vliegtuigen gemaakt waren. Vespa
Enrico was erg enthousiast van het ontwerp, waarvan hij vond dat het door zijn brede voorkant, de smalle middensectie en de brede kont en door het gezoem overeenkomsten vertoonde met een insect, terwijl ook het geluid hem deed denken aan een wesp. Of, zoals de Italianen zeggen, “Vespa” . Op 24 april van dat patenteerde hij het ontwerp van een “motorfiets gebouwd uit een rationele groep onderdelen en elementen, met een frame dat wordt gecombineerd met de spatborden en waarvan de motor geheel door een behuizing wordt afgedekt”. Vanaf dat moment liet de fabriek in Pontedera de vliegtuigbusiness voor wat het was en richtte het zich volledig op de scooter, waarvan het eerste productiemodel in 1946 het levenslicht zag. De scooter kreeg als merknaam Vespa en markeert het begin van een ware successtory. Met name vrouwen waren er erg enthousiast over, het gaf hen een grote mate van onafhankelijkheid. In de jaren 50 werd de Vespa gezien als een product van comfort, sport en een “way of life”. Ook nu nog is een Vespa een echt cult-voertuig.
![]()
De Piaggio Ape is in Italië retecool, zoals ook hier is te lezen
Pontedera
Hoewel de techniek van Vespa’s door de jaren heen natuurlijk sterk is geëvolueerd, is de vormgeving van de modellen altijd zorgvuldig in de geest van het oorspronkelijke design gebleven. Ook de zelfdragende carrosserieën worden nog steeds gebruikt. Natuurlijk maakt Piaggio ook modernere scooters,
maar die verkoopt het bedrijf onder de Piaggio-vlag. Beide merken worden echter zij aan zij geproduceerd in de fabriek in Pontedera, even buiten Pisa. Daar rollen 2000 Piaggio’s per dag van de lopende band, bedoeld voor de Westerse landen. Piaggio verkoopt ook flink in de Oosterse sferen, maar heeft daarvoor een aparte fabriek in Vietnam neergezet.
Just in time
Zoals het een moderne fabriek betaamt, zijn er geen grote voorraden. De toeleveranciers moeten hun producten “just-in-time” aanleveren. De motorblokken zelf worden in eigen huis gemaakt, in aparte hallen waar ook motoren voor andere eigen merken als Aprilia en Derbi plaatsvindt, alsmede voor vreemde merken als Peugeot en John Deere. De onderdelen voor de motorblokken worden deels in eigen beheer gebouwd, sommige delen worden ingekocht. Zo komen zuigers onder meer van het Italiaanse Asso, terwijl gasklephuizen bij Magneti Marelli worden betrokken. Kant en klare motoren worden voorzien van een motornummer en een unieke barcode, waarna ze op compressie worden getest. Dan worden ze op een testbank gestart, waar ze een paar minuten met deellast draaien. De motorolie blijft daarna gewoon zitten tot de eerste beurt.
Museum
De fabriek in Pontedera is trots op zijn producten en op zijn historie, met name als het om Vespa gaat. Bij de productiefaciliteit heeft Piaggio da ook een museum ingericht, waar je een goed overzicht krijgt van de modelontwikkeling van Vespa en van de rare uitspattingen die er zijn geweest. Daarnaast staat er een aardige collectie Gilera’s, aangezien dat merk al sinds 1970 tot het Piaggio concern behoort. Motorfreaks maakte een overzicht van de belangrijkste of leukste modellen:
![]()
In 1936 bouwde Piaggio een trein van Roestvrij staal
![]()
![]()
![]()
De scooter waar het allemaal mee begon, de MP5 Paperino hit 1943
![]()
![]()
Was de Paperino nog een prototype, de Motoleggera Utilitara Vespa uit 1946 was echt te koop! De machine had een 98cc tweetaktmotor met een cilinder van gietijzer en een aluminium kop. De topsnelheid was 60 km/uur. De voorvering was voorzien van stalen veren, de achterwielophanging veerde op rubberen blokken. Er werden in totaal 2484 stuks van geproduceerd.
![]()
![]()
Scooterraces zijn niets nieuws. Deze Vespa 98 was er al in 1947 voor ontworpen. Hij was afgeleid van de standaard scooter, maar had een bollere voorkant en een smaller stuur. Ook had de “motorkap” grotere luchtsleuven voor meer koeling. De achterwielophanging was voorzien van een bladveer. Deze 98 liep 80 km/uur en schreef ondermeer de Grand Prix van Napels op zijn naam.
![]()
Niet helemaal waar je aan denkt als je het over een trial-enduromachine hebt. De Vespa 125 “Sei Giorni” had een grotere benzinetank, een reservewiel en een grotere cover op de carburateur. Hij deed mee aan de 26e Internationale zesdaagse van 1951 en behaalde daar negen gouden medailles. Hij won ook de Italiaanse Federatie Cup.
![]()
![]()
![]()
De Vespa 125 Corsa is een heel aparte racemachine, gebouwd van aluminium delen die met klinknagels aan elkaar zijn bevestigd. Ook de plaats van de benzinetank is bizar. Giuseppe Cau en Dino Mazzoncini behaalden er in 1950 de eerste en tweede plaats in de Grand Prix van Bologna mee.
![]()
In 1957 besloot Piaggio ook een auto te bouwen, voorzien van een 394 tweetaktmotor. Er zijn er 30.000 van geproduceerd. En wellicht is het ook de auto van de toekomst…
![]()
De Vespa Montlhery was gebouwd voor topsnelheidsrecords. Deze motor reed op 7 april 1950 op het Franse circuit “Montlhery” en behaalde in 10 opeenvolgende uren 17 wereldrecords. De machine was voorzien van een 125cc eencilinder tweetaktmotor en liep 136 km/uur.
![]()
Met de Vespa Siluro probeerde Vespa in 1951 het record op de kilometer met staande start te verbeteren. De machine had een 125cc boxermotor die 17,2 pk leverde en haalde een gemiddelde snelheid van 171 km/uur met een tijd van 21,4 seconden.
![]()
![]()
![]()
In 1967 bouwde Vespa de Alpha, die zijn opwachting maakte in de film “Kick Smart, Agent 2007”. De machine werd in samenwerking met het Engelse bedrijf Alpha Willis omgevormd tot een machine die kon rijden vliegen en varen.
![]()
Piaggio bouwde voor de tweede wereldoorlogen vliegtuigen en motoren voor vliegtuigen
![]()
In 1948 introduceerde Piaggio een nieuwe Vespa met een grotere, 125cc motor en een verende achterwielophanging met schokdemper. De schommelarm voorwielophanging verhuisde naar de rechterkant. De machine had een top van 60 km/uur.
![]()
In 1950 kreeg ACMA, een Frans bedrijf waar onder licentie Vespa’s werden gebouwd, een opdracht om een militaire scooter te ontwerpen. Dat werd de 150 T.A.P., oftewel Truppe Aero Portate, voorzien van een afneembare raketwerper. Er werden er 600 van gebouwd voor, ondermeer, het Franse vreemdelingenlegioen.
![]()
De Ape zag in 1946 het levenslicht en dankt zijn naam aan een vriendelijker insect, de bij. Er zijn allerlei vreemde voertuigen van gemaakt. Waaronder deze brandweerwagen, die uit 1962 stamt.
![]()
De Ape 150 Cassone was een sterkere versie van de standaard Ape, die een 125cc-motor had. De Ape 150 had 25 cc meer en beschikte over een vierversnellingsbak.
![]()
In 1966 verscheen de Vespa 90 Super Sprint, voorzien van een 88.5cc motor die hem een topsnelheid van 93 km/uur verleende. Het is een van de meest gezochte Vespa modellen die er zijn.
![]()
De Vespa PX Trafeli: Dat kan laaaaaaanger…
![]()
![]()
![]()
De Gilera Giubileo die in 1959 op de markt kwam om de 15e verjaardag van het merk te vieren had een cilinderinhoud die was verkleind tot 98cc en was ook iets kleiner dan zijn voorgangers, zoals de Saturno en de Nettuno.
![]()
Met 22 pk bij 5.000 tpm haalde de Gilera Saturno Sport in 1946 een topsnelheid van 134 km/uur. Het rijwielgedeelte was voorzien van parallellogram voorvering. De motor was ontworpen door Giuseppe Salmaggi en werd verkocht van 1940 tot 1958. Er werden er 6.000 van gemaakt.
![]()
De Gilera 500 Rondine was gebouwd met deelname aan de Grand Prix in het achterhoofd. De Rondine – wat zwaluw betekent - had een 500cc viercilinderblok met drukvulling en leverde 80 pk bij 9.000 tpm, goed voor een top van 220 km/uur. En dat in 1939…
![]()
Noppenbanden, een 10-pk sterke, 175cc viertaktmotor een gaasrek op de koplamp, een luchtfilter en een “hoge” uitlaat, daarmee was de Gilera 175 Regolarità in 1956 klaar voor offroad gebruik.
![]()
In 1956 verscheen deze prachtige Quattro Cilindri zijspan, voorzien van een 500cc viercilindermotor. De combinatie haalde een topsnelheid van 190 km/uur en won de Grand Prix der Naties in Monza zowel in 1956 en 1957.
![]()
De Gilera Saturno Cross van 1952 was de eerste officiële cross-country Saturno. De 500cc-krachtbron leverde 38 pk. De Saturno Cross won vier Italiaanse titels en drie Franse.
![]()
De Gilera 500 Marte was de laatste zijklepper van Gilera. De motor werd ontworpen voor militair gebruik. Dit exemplaar stamt uit 1944.
![]()
![]()
Gilera 500 Rondine Carenata, zo heette Gilera’s inzet voor de snelheidsrecords van 1937. De machine was voorzien van een 492cc viercilinderkrachtbron die 80 pk bij 9.500 tpm leverde. De topsnelheid bedroeg 274.181 km/uur, waarmee bestaande records met 10 km/uur werden verbroken.
![]()
![]()
![]()
In 1909 maakte Giuseppe Gilera zijn eerste motorfiets, de VT317. De 317cc eencilinder viertaktmotor leverde 7 pk en stuwde het apparaat op tot een snelheid van 105 km/uur. Maar al wel met een geveerde voorvork…