Zoeken

25 jaar Cagiva

25 jaar Cagiva

31 oktober 2003
Inhoudsopgave
25 jaar Cagiva
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7

De olifant is 25


Cagiva SST350

Gagiva Aletta Oro

Gagiva Aletta Rossa

Cagiva Elefant

Gaveva 500cc GP

Randy Mamolo

Eddie Lawsaon

John Kocinski

Cagiva Mito Eddie Lawson Replica

Cagiva Mito Evoluzione

Oorspronkelijk opgericht in 1928, was Cagiva van oorsprong een machinefabriek die in de "50er jaren groot werd met het vervaardigen van diverse machinale onderdelen. Eind jaren '70 - om precies te zijn op 17 oktober 1978 - verscheen Cagiva op de Italiaanse en internationale motormarkt. Het begon met de overname van het gerenommeerde merk Aeromacchi (van oorsprong een vliegtuigbouwer die in de jaren "60 lichte motorfietsen ging bouwen) waarmee Cagiva zo de grote traditie van de Italiaanse bouw van motorfietsen voortzette.

Aeromacchi was in 1973 overgenomen door de Amerikaanse firma Harley-Davidson, waarna deze de merknaam Aeromacchi verving door AMF Harley-Davidson. Tot 1978 zetten de Amerikanen de motoren productie voort in de Aeromacchi fabrieken, waarna men de productie stopzette. In de herfst van datzelfde jaar nam de industrieel Giovanni Castiglioni uit Varese de productie faciliteiten van AMF over en was het motormerk Cagiva geboren.

De eerste SST en SX modellen waren meteen blikvangers voor de jonge consumenten tijdens een periode waarin de lichte motorfiets een enorme rage was. Cagiva wist hierop goed te anticiperen met ultratechnologische 125cc motoren die bepalend waren in het straatbeeld van de jaren "80. Motoren zoals Aletta Rossa of sportieve Aletta Oro waren motoren waar elke 16-jarige puber destijds van droomde en waren dan ook een commercieel succes.

In 1983, slechts 5 jaar na oprichting, beleefde het merk (en de motorwereld) een historische mijlpaal, namelijk het huwelijk van Cagiva met Ducati. Het bekende merk uit Bologna ging motorblokken ontwikkelen die uitsluitend aan Cagiva zouden worden geleverd. Hierdoor kwam Cagiva met een compleet nieuwe - met Ducati motoren uitgeruste - modellenreeks op de markt. Dit resulteerde datzelfde jaar nog in de Cagiva Alazurra, een tourmotor op basis van de Ducati Pantah XL350 en 650cc motoren, die in gemodificeerde uitvoering en met aangepaste transmissie werd uitgevoerd. De oorspronkelijke versie had enkel een half-top kuip (ala de Ducati 750/900 Nuda) maar kreeg na verloop van tijd als GT versie een volledige kuip aangemeten.

Een andere mijlpaal in geschiedenis van Cagiva-Ducati deed zich 1986 voor: Het werk verenigde zich met een andere prominente Europese motorfietsfabrikant, het Zweedse bedrijf Husqvarna. Deze Scandinavisch -Italiaanse co-productie resulteerde allereerst in een off-road motor, de WKR 125. In 1987 introduceerde Cagiva de WMX125 - een exacte kopie van de motor waarmee Dave Strijbos het jaar daarvoor wereldkampioen 125cc Motorcross was geworden. Maar daar hield het niet mee op. Al eerder had het merk uit Varese met de (met Ducati motoren uitgeruste) zware 4-takten deelgenomen aan diverse rally's, waaronder de Atlas rally in Marokko en de legendarische Parijs-Dakar.

En niet geheel zonder succes. In hun debuutjaar 1985 wist Hubert Auriol het tot een 8e plaats te schoppen en zijn teamgenoot Gianpaolo Marinoni werd toen 12e. Dit resulteerde in de geboorte van een nieuw model, de Cagiva Elefant, die in 2 varianten op de markt werd gezet. Een motor die tot op heden door velen wordt gezien als een van de sterkste enduro motoren op de motormarkt. De motor was leverbaar als Elefant 750cc en als Elefant 900cc, gebaseerd op de luchtgekoelde 2-cilinder Ducati motor. De ambities van Cagiva gingen echter nog verder dan hun off-road successen.

Eind jaren '80 ging men het grote avontuur aan door deel te gaan nemen aan de GP500 wegrace. Randy Mamola debuteerde in 1988 met de 500cc Grand Prix racer, waarmee het karakteristieke olifantje wereldwijde bekendheid wist te vergaren. Een succesverhaal dat begin jaren '90 werd voortgezet door Eddie Lawson (met in 1991/1992 als teamgenoot de debuterende Alex Barros) en in 1994 zijn hoogtepunt kende met een 3e plaats in de eindklassering voor John Kocinski.

Vanaf het begin van het GP500 avontuur zette Cagiva een replica van de 500cc racer op de markt, onder de naam Mito. Dit was een 125cc sportmotor die eigenlijk niets meer was dan de opvolger van de Cagiva Freccia C12R. Opvallend aan de 1e generatie Mito"s was de 7-versnellingsbak (die ook al op de Freccia zat), de banaan achtervork (die rechtstreeks was overgenomen van de GP racer) en het feit dat hij zonder stroomlijn op de markt werd gezet. Hiervoor had men trouwens een simpele reden, de productie van kuipdelen in Taiwan had namelijk een dusdanige vertraging opgelopen waardoor men de Mito wel als naked bike uit moest voeren.

In 1993 kreeg de 2e generatie Mito een volledige stroomlijn, waardoor het een regelrechte copie werd van de Grand Prix racer. 3 jaar later, in 1996, onderging de Mito zijn 3e en laatste metamorfose, toen de motor een 916-look kreeg aangemeten. Cagiva groeide uit tot een concern van wereldformaat. Niet alleen had Cagiva inmiddels Ducati, Husqvarna en inmiddels ook Moto Morini onder zijn hoede, maar was het ook de grondlegger van de wedergeboorte van MV Agusta.

Naast hoogtepunten kende de fabriek echter ook dieptepunten, want financiële perikelen zorgen ervoor dat de stekker uit het GP500 project werd getrokken en men Ducati moest verkopen aan de Texas Investment Group. Eind jaren '90 ging Cagiva een samenwerkingsverband aan met het japanse Suzuki en kwam het merk terug met een compleet nieuwe modellenlijn, die ditmaal werden aangedreven door de bekende TL1000cc V-twin motoren. De drie productfamilies (Mito, Raptor en Navigator) staan ook voor 2004 op het programma en werden tijdens de EICMA aan de wereldpers voorgesteld.