Zoeken

Test: VanderHeide V4

Innoverend

3 augustus 2017

 

Een ander staaltje van innovatie, ditmaal gedeeld met de Britten V-1000 evenals de Saxon Triumph waarmee ik heb geracet, is de radiateur die onder het zadel is gemonteerd en via luchtkanalen in de stroomlijn wordt gekoeld. Hierdoor kon het motorblok veder naar voren in de 1.440 wielbasis worden gemonteerd. Het resultaat is een 51,5/48,5% gewichtsverdeling voor de 175 kg drooggewicht in straattrim, die door middel van twee 320 mm Brembo remschijven met radiale Brembo Monobloc remklauwen en een 220 mm schijf achter wordt afgeremd. In tegenstelling tot de Benelli Tornado met soortgelijke langs Oogt bulkig, maar ga d'r maar eens op zitten..achteren gemonteerde radiateur is de VanderHeide echter niet voorzien van koelvinnen om de hete lucht af te voeren. Op een straatmotor is dat zeker wel iet om te overwegen, zoals bleek tijdens mijn eerste kennismaking met de fiets op het PVI circuit in Lelystad. Het duurde niet lang voordat het potente Aprilia motorblok oververhit dreigde te raken als ik ‘m stationair liet draaien. Dat was met al een tweede radiateur gemonteerd, evenals de standaard oliekoeler van de Aprilia zelf die achter het voorwiel was gemonteerd. Hier is nog wat werk te verrichten – achteraf bleek volgens Sjors dat het probleem in een defecte sensor zat.

De Aprilia RSV4 V4 die voor de VanderHeide is gebruikt levert standaard een vermogen van 201 pk in Euro4 uitvoering en betrekken de broers van Aprilia compleet met kabelboom, ECU, variabel luchtinlaatsysteem, uitlaatkatalysator en APRC elektronicapakket inclusief de drie verschillende rijmodi (Race, Track, Sport), de 8-standen tractiecontrole en 3-standen wheelie controle. Emissie was dus geen probleem, maar toch kwam de fiets in eerste instantie niet door de RDW-keuring. “Dat was zo stom,” zegt Rolf – en dat is echt zo. “We hadden geen stuurslot voorzien. Dat was een nieuwe regel die in 2016 van kracht is gegaan en we hadden de motor conform de 2015 regels gebouwd, waarvoor we slaagden. Geen probleem – we hebben al een oplossing en zullen opnieuw ter keuring aanbieden en ‘m gehomologeerd krijgen.” De motor is inderdaad recentelijk gehomologeerd, waardoor de gebroeders nu de 25 replica’s kunnen gaan vermarkten die ze van plan zijn te gaan bouwen voor het prijskaartje van 150.000 euro, waarbij de eindafwerking (kleur, lederen zadel en passende handvatten) Wat zeg je, gaat dit waanzinnig leuke baantje naar de vlakte? Voor een landingsbaan? Nou ja...geheel aan de wensen van de klant wordt aangepast. Klanten kunnen ook kiezen voor een circuitversie die door de 230 pk SBK-spec raceversie van de Aprilia V4 wordt aangedreven. De circuitversie heeft een Akrapovic race-uitlaatsysteem dat het door Mile Pajic gebouwde standaard 4-1-2 systeem met twee fraai klinkende HP Corse Pro Series einddempers vervangt.

Beloning en eer 

Na tijdens Goodwood 2016 drie dagen zij aan zij te hebben doorgebracht en de VanderHeide van dichtbij te hebben bestudeerd was het zowel een beloning als een eer om de eerste persoon te zijn die buiten Rolf van der Heide zelf ooit met de motor heeft gereden. Dus nadat Rolf ‘m even snel voor me op het PVI circuit, dat net zoveel variatie kent als de gewone openbare weg, had opgewarmd om nog even alles te checken was het mijn beurt om plaats te nemen op het luxueuze zadel en te rijden op de fiets die net 30 kilometer op de teller had staan. Doe net alsof ik het voor hem doe, maar stiekem vind ik het zelf veel te leukElke run op Goodwood is minder dan twee kilometer, dus reken maar uit.

Het wellustige carbonfiber monocoque van de VanderHeide V4 doet je vermoeden dat de fiets breed en lijvig aan zal voelen, maar dat is precies het tegenovergestelde van wat je in werkelijkheid te wachten staat. De fiets voelt slank en relatief compact en waar het ruim-ogende zadel je met 830 mm zithoogte best hoog positioneert voel je je verschanst in plaats van dat je er bovenop bent neergestreken, wat je helpt om je een met de machine te voelen. De licht naar achteren en niet overdreven hooggeplaatste voetsteunen waren perfect gepositioneerd voor mijn 1,80 meter lengte en het feit dat de monocoque ter plaatse van het zadel niet te breed is betekende dat ik beide voeten aan de grond kon krijgen. De gebroeders benadrukten dat elke motor voor de klant op maat zal worden gemaakt, dus meneer Nog maar een paar extra rondjes doen dan, zolang het nog kanof mevrouw zal voor de motor moeten worden opgemeten. Het prachtig gevormde scherm houdt je aardig goed uit de wind, maar ik was niet zo onder de indruk van de lederen handvatten – ze waren veel te glibberig.

Het eendelige taps toelopende stuur geeft je een licht voorovergebogen sportieve zithouding die daarentegen niet vermoeiend is – het voelt gewoon natuurlijk, zonder overdreven druk op je armen en schouders. Recht voor je is een relatief klein wel compleet MoTeC C125 fullcolour TFT dashboard met meervoudige pagina’s en een waslijst aan controlelampjes die bovenlangs de aluminium behuizing loopt. Dit is geen verkeerde plek om plaats te hebben genomen – vooral met het heldere perspex paneel dat over de ‘tank’ loopt en de voorste Öhlins recht voor je afdekt. Om ‘m tijdens het rijden in werking te zien zal je helaas wel je ogen van de weg moeten houden, Wel fijn dat ze de kleuren al hebben aangepast op mijn pak. Klantenservice heet dat...maar de bovenste link van de voorvork zie je wel degelijk omhoog en omlaag gaan als reactie op de oneffenheden in het asfalt. Niet dat daar op het biljartlakencircuit van het PVI veel sprake van was, maar die enkele oneffenheid werd wel mooi door de vering aan beide kanten geabsorbeerd.

Minder ideaal was echter het stuurgedrag van de VanderHeide, en dit was jammer omdat ik me na verschillende varianten van de Fior voorvork te hebben gereden me echt had verheugd om de voordelen van de VanderHeide te ervaren. Want na verschillende varianten en ontwerpen van voorkanten in de loop der jaren te hebben gereden en geracet is dit de voorvork die mijn stem krijgt als volgende stap van de telescoopvoorvork. Ik reed de motor echter waarschijnlijk te vroeg in het ontwikkelingstraject, want in plaats van in staat te zijn om erg diep en hard de bocht in te remmen zonder bang te zijn dat de voorvork bevriest, zoals ik op de Brough Superior SS100 met soortgelijke voorkant nog had mogen ervaren,
Kloppend hart van de VanderHeide V4

De 65° V4 van de Aprilia RSV4: 201 pk bij 13.000 toeren per minuut en Aprilia's bewierookte APRC elektronica pretpakket. Nog vragen?
was er bij de VanderHeide sprake van zorgwekkende instabiliteit bij het benaderen van bochten met een lage snelheid van rond de 60-40 km/u. Het sturen voelde nogal nerveus, zelfs los – wat erger werd gemaakt door eenmaal de bocht ingestuurd van het gas te gaan, plus elke poging om naar de apex te remmen met instabiliteit werd beantwoord. Als je echter vreemd genoeg in een rechte lijn je remmen ten einde bracht en vervolgens op het gas naar de apex stuurde werd het probleem bijna compleet gewist. Wat mij deed vermoeden dat het probleem in de gewichtstransfer zat.

Eenmaal het voorwiel tussen mijn knieën geklemd het stuur proberen te draaien werd het probleem snel ontdekt – er was teveel laterale beweging, wat wijst op ofwel teveel speling in de linksystemen van de vering, ofwel een voorwielophanging die niet robuust genoeg is. De cijfers wat betreft geometrie zijn redelijk conservatief, waardoor ik niet enk dat het te weinig naloop is, wat eenzelfde effect teweeg kan brengen. Nu dat de VanderHeide straatlegaal is kunnen de gebroeders intensief en serieus gaan testen en kilometers gaan maken in jacht op de ideale setup – of de sterkte van hun gekozen voorvorkontwerp te optimaliseren. Bij BMW werkten tientallen engineers en een overvloed aan testrijders aan de Duolever voorkant die zij van Fior’s weduwe hadden gegapt, maar Sjors en Rolf zijn maar met z’n tweeën. Is er iemand die hen kan helpen? Opstellen in rijen van drie…