Zoeken

Test Ducati Panigale S en Kawasaki ZX-10R

Heel normaal

22 juni 2016
Inhoudsopgave
Test Ducati Panigale S en Kawasaki ZX-10R
Heel normaal
Ander verhaal
Conclusie
Technische gegevens

Francorchamps-1

En het is heel normaal inmiddels. Wie zich nog serieus wil nemen in de Superbikes, heeft minstens tweehonderd pk nodig, liefst nog meer. Omdat de rest dat ook heeft. Lekker simpel. Wil je vooraan rijden, dan kun je maar beter aanhaken en meedoen. En niemand die dat op dit moment beter snapt dan Kawasaki, die niet voor niks regerend wereldkampioen is. En voor dit jFrancorchamps-47aar de kampioensfiets nog even door de rijder, de kampioen zelf, heeft laten bijschaven om er een nog betere machine van te maken.

In de andere hoek vinden we, hoe kan het ook anders, degene die het spel heeft uitgevonden. Met meer kampioenschappen op zak dan enig ander merk –en sommige zelfs opgeteld- weet Ducati als geen ander hoe je racemotoren maakt. Met de Panigale heeft Ducati het boek ‘motoren ontwerpen doe je zó’ herschreven en heeft zo’n gefocuste, zo’n keiharde racer neergezet dat niemand die er mee rijdt er over uitgepraat raakt. Meer dan ooit is het minimalisme ten top, met het motorblok als middelpunt waar letterlijk slechts twee wielen en een zitje aan vastgezet zijn. Van een frame is geen sprake meer. En dit is mede mogelijk gemaakt door degene die het gros van Ducati’s recente wereldtitels bijeen heeft gereden. De kampioen die de kampioensfiets helpt ontwikkelen, waar hebben we dat nog meer gehoord?

En ook die motor is inmiddels verbeterd en –speciaal voor op de openbare weg- nóg weer wat groter en nóg weer wat sterker is gemaakt. Alsof we dat nodig hadden inderdaad…. Nou vooruit, het argument snijdt wel een beetje hout: de 1199 was de kruisraket die maar in één ding echt goed (maar dan ook wel meteen donders goed) was, de 1299 moet toch net weer wat meer allround worden. De meeste van die extra honderd cc’s zijn dan ook geïnvesteerd in koppel en rijdbaarheid en niet zFrancorchamps-29
Het bling dashboard van de Panigale. Went zo snel dat de rest meteen ouderwetslijkt
Francorchamps-34
en de overige uitrusting
Francorchamps-36
laat ook al weinig aan het toeval over
Francorchamps-28
totdat je ogen er pijn van doen zo mooi
ozeer in topvermogen. Meer Ducati van de oude stempel, minder tweetakt. Zit wat in. En in de tussentijd kan er meteen een pakket nieuwe elektronica mee. Altijd handig, die updates. Dus nu hebben we geheel in lijn met, nee wacht, met die ándere nieuwe Superbike, nu ook apart instelbare hellingshoek ABS en tractiecontrole, flippers op het stuur om naar wens wat onderweg te kunnen bijstellen, een quickshifter met autoblipper (ja, dat is Nederlands… bij gebrek aan een goed alternatief), wheeliecontrol en volgens mij ben ik nog ik weet niet wat allemaal vergeten. Tegelijk is de geometrie nog wat aangepast zodat ie nog wat beter beheersbaar, stuurbaar en controleerbaar is, heeft met n in het blok niet zomaar wat cc’s gescoord maar is ook de compressie aangepast, hier dit, daar dat, noem op en tel uit… in totaal is de 1299 zo’n beetje net zo ver verwijderd van de 1199 als de 1199 van de Cucciolo. Nou, dat is wat overdreven. Maar ’t scheelt dus wel, en veel.

Het gekke is: zou je het niet weten, dan had je net zo goed in de veronderstelling kunnen leven dat de Duc gewoon een goede motorfiets is. in feite hebben ze nu het kleine issue van de 1199 opgelost en hebben we hier nu de motor zoals ‘ie al had moeten zijn. natuurlijk beginnen we in Sport. Koud je dag beginnen met een Panigale in racesetting is op z’n zachtst gezegd heel erg dapper. Maar goed, wel even met de tractiecontrole en wheeliecontrole ietsje teruggezet en aangepast aan de omstandigheden – circuit met supergrip, droog weer en zon- en volgens het display staat de rest ook al aardig knap. De eerste rondjes wennen, banden opwarmen en de weg weer terugvinden gaan al kinderlijk eenvoudig. De motor eet uit je hand en komt ook inderdaad van goed onderuit al heel mooi mee. Trek je ‘m door, dan verandert de Panigale zo snel als de toerenteller naar rechts beweegt van een beer in een vuurspuwende feeks, maar toch valt het verder eigenlijk best mee. Natuurlijk, het gaat al snel bizar hard en natuurlijk lijkt dat ook in de bochten zo – en naarmate we meer op elkaar en de baan ingespeeld raken is dat ook meer en meer echt waar, maar eigenlijk heb je altijd wel het gevoel zélf (grotendeels) de baas te zijn. Tijd dus om je al snel elke keer weer voor te nemen geen gas terug te nemen voor Eau Rouge, maar in de praktijk is het niet alleen gas terug, maar ook een versnelling omlaag en in het begin zelfs een tikje rem om de motor op het punt waarop je denkt tegen een muur te rijden en onmogelijk de bocht rechts te halen. Moet gezegd worden, die quickshifter werkt te gek. Al is het niet zo dat het echt veel verschil maakt, op een andere motor had je gewoon één keer de koppeling ingeknepen en het gewenste aantal keren teruggeschakeld, toch is het leuk die koppeling gFrancorchamps-27ewoon helemaal met rust te kunnen laten. Of ik rij nog te oldskool, dat kan.

Met recht is dat wel het engste stukje van Spa, maar ook het meest tot de verbeelding sprekende. Heuvelaf doemt de steile wand op die je omhoog dient te rijden, met overduidelijk een bocht naar rechts, maar niet voordat je in het onderste punt van de baan eerst een knik naar links zult moeten nemen. Lig je eenmaal op je rechterkant, dan word je door de plotse lancering heuvelop diep in de vering gedrukt en rij je recht af op de moeder aller blinde bochten: bovenaan zul je écht weer naar links moeten sturen. Natuurlijk is de nieuwe chicane een hork van een uitvinding en wil het ook in La Source maar niet lukken een echt snelle lijn te vinden, het verbleekt allemaal bij de overdonderende indruk die Eau Rouge en de heuvel erna achterlaten. Man, wat een baan dit…

Goed, de eerste indruk van de Duc is dus prima. Los van het geweld dat de twin in zich heeft en loslaat op de wereld is het belangrijkste punt, z’n midrange, niet anders dan gewoon helemaal goed. Het voelt allemaal heel natuurlijk, er is voldoende vermogen om ook eens een versnelling hoger te rijden zonder afgestraft te worden – zelfs de chicane kan gewoon in twee genomen worden, liever dan in eerste om toch niet teveel wheeliecontrole te hoeven gebruiken- en het voelt gewoon zoals het hóórt. Bruut krachtig, maar volgens verwachting. 

Francorchamps-39
Die verdraaide chicane, wat een hork is het ook. Had de oude er in gelaten zeg....