Zoeken

Test: Triumph Speed Triple SE

Special Edition

4 augustus 2010
Inhoudsopgave
Test: Triumph Speed Triple SE
rijke geschiedenis
Special Edition
Rendez Vous
Conclusie
Technische gegevens

Speed_SE_1467.jpgDat Triumph met de Speed Triple een écht kaskraker in huis heeft die menig vergelijkingstest wist te winnen is niet vreemd, werp je been over het zadel van deze fraaie two-tone uitvoering en het voelt alsof je een oude schoen hebt aangetrokken, zo comfortabel als de machine zit. Het zadel is hard maar niet té, de voetsteunen zijn niet te hoog gemonteerd en het brede stuur ligt lekker in de hand. De verhouding stuur/kont/voetsteun is dusdanig gekozen dat je ietwat voorover zit en daardoor direct tot aanval kunt overgaan, mocht de situatie zich voordoen. Ten opzichte van de in 2005 geïntroduceerde versie werden op dat gebied geen aanpassingen gedaan. Toch kan de motor ons qua sturen in eerste instantie niet overtuigen, maar daarover later meer. Terug naar de aanpassingen, die door Triumph aan de 2010 Speed Triple werden doorgevoerd.

Zo is het fraai vormgegeven display uitgebreid met een boordcomputer, waardoor eenvoudig zaken als brandstofverbruik (gemiddeld en actueel), resterende tripkilometers, gemiddelde rijsnelheid, gereden topsnelheid en zelfs een urenteller (het aantal bedrijfsuren dat de motor in totaal heeft gedraaid) af te lezen. Nadeel is wel dat de bediening op het display zelf is geplaatst, wat scrollen onder het rijden nagenoeg onmogelijk maakt. Nu kun je stellen dat onder het rijden de aandacht op de weg moet zijn en het tussendoor opvragen van de tussenstand van Nederland – Spanje, maar bediening op het stuur zou in deze het leven wel een stuk aangenamer maken.

Speed_SE_1545.jpg
Hoe zat dat ook al weer, die stelling van Pythagoras? A² + B² = erm... klote dat ik uitgerekend die les ziek moest zijn.

Ook de vering van de fiets werd aangepast op het gebruik vanuit de praktijk. In Hinckley had men de kritiek vanuit het verleden, dat de fiets té oncomfortabel zou zijn en té veel zou duiken bij hard remmen, ter harte genomen door de vering aan te passen. Speed_SE_1465.jpg
Anno 2010 voorzien van een heuse boardcomputer. Laat het de politie maar niet zien...
Speed_SE_1472.jpg
Fraai fraai fraai, dat achterwiel wel te verstaan. Bij de Arrow pijpen wel de dB-killers eruit voor het betere resultaat.
Speed_SE_1482.jpg
De een vindt het foeilelijk, de ander roemt ze juist, de dubbele koplampen die de Triumph zijn kenmerkende aanzicht geven. 
Met een 5% zachtere veer en vernieuwde dempingselementen voor en achteren zouden die problemen tot het verleden moeten horen, maar daar kunnen we maar bar weinig van merken als we de motor in Alkmaar bij de importeur hebben opgehaald. De motor voelt zó hard dat een houten zitbank nog comfortabel dreigt te worden, terwijl de motor bij aanremmen sneller en dieper duikt dan Daphne Jongejans in haar betere jaren.

Net nu een vergelijk met zijn voorgangers hier absoluut uitkomst had kunnen bieden, kwamen we zoals gezegd tot de conclusie nog nooit eerder met de fiets te hebben gereden. Met een ‘als dit comfortabel is, dan moet die vorige fiets als een Leopard tank zijn geweest’ is de toon echter gezet. Zo lyrisch als we bij eerdere testen van zowel de Street Triple alsmede de Street Triple R waren geweest, zo teleurstellend was onze eerste kennismaking met de Speed, terwijl die fiets wereldwijd juist volop werd geroemd en door velen als dé streetfighter werd gezien.  Een kort intermezzo met oud collega Stefan Meijer, tegenwoordig veringspecialist van het Italiaanse Bitubo Suspension (wat ook de vering levert aan de ParkinGO supersport teams en ParkinGO Street Challenge), biedt echter uitkomst. Het probleem zit ‘m in de voorvork, waarvan de veer te licht is voor ondergetekende in combinatie met sportief rijgebruik. Daar waar bij sportief gebruik en een rijder van 85 kilo (maak daar maar 100 kilo van Ed, nog chips?) volgens Bitubo een veer met een belasting van 9,4 kg/mm ideaal zou zijn, is de Speed Triple uitgerust met een veer van ‘slechts’ 8 kilo.

Aanpassen van rijhoogte en demping blijkt het probleem slechts ten dele op te lossen: nog steeds wil de motor snel duiken, maar een onder hevig remmen blokkerend voorwiel behoort nu wel tot de verleden tijd. Ook het comfort is ietwat verbeterd, maar nog steeds worden alle oneffenheden in het asfalt hard en direct doorgeven aan polsen en rug, wat het rijden op de motor bij alles wat minder strak is dan een Grand Prix circuit tot oncomfortabel bestempeld. Alsof de oncomfortabele vering nog niet erg genoeg is, blijkt de motor niet bepaald over flitsend stuurgedrag te beschikken. Iets waar de gemonteerde Metzeler Sportec M3 banden grotendeels debet aan zijn: de fiets vertoond precies hetzelfde stuurgedrag als mijn eigen Corsaro, voordat daarvan de Sportec M3’s waren vervangen door de huidige Dunlop SportSmarts. Ook met deze Speed Triple moet het dus stukken beter kunnen qua sturen, maar vooralsnog zullen we het met de huidige setting moeten doen.

Speed_SE_1556.jpg
Wat er door het struikgewas ruist? Wat dacht je van een oerlelijke fotograaf?

Echt slecht sturen doet de fiets trouwens niet, het rijwielgedeelte is fenomenaal en goed op zijn taken voorbereid, het is voornamelijk de harde demping en het ietwat gedwongen insturen van de bocht die de feestvreugde in eerste instantie doet temperen. Ook de 1050cc driecilinder voelt in eerste instantie erg tam aan, maar dat moet voornamelijk op het conto van die vermaledijde Corsaro worden geschreven. De ongekend brute – en veelal Speed_SE_1461.jpgonverantwoorde – krachten die door de Italiaan worden geproduceerd staan in schril contrast met deze ongekend soepele – en zondermeer hufterproofe – krachtbron. Geen powerwheelies dus in tweede of derde versnelling, maar een motor die zich in zesde versnelling laat afknijpen tot minder dan 2.000 toeren, om vervolgens in een teug zonder horten of stoten richting begrenzer te gaan.

Of, zoals reeds aangekaart, in ons geval tot iets meer dan 8.000 toeren, waarna de puf er duidelijk uit is. Volgens Triumph Benelux moet de oorzaak worden gezocht in de Arrow vervangingsdempers, of beter; de gemonteerde dB-killers in de Arrow vervangingsdempers. Dankzij het soepele motorblok kan de Speed Triple schakellui worden gereden, wat het rijgenot ten goede komt. Schakelen is namelijk niet het sterkste punt van de meeste Triumph’s en daarin is deze Speed Triple niet anders. Niet dat de motor slecht schakelt of dat je een versnelling zult missen, maar het spreekwoordelijke warme mes in een pak boter moet bij Triumph nog worden uitgevonden.