Zoeken

Test: Triumph Street Triple R

3: Fun lovin criminals

31 oktober 2008
Inhoudsopgave
Test: Triumph Street Triple R
2: New Edition
3: Fun lovin criminals
4: Conclusie
5: Gemonteerde accessoires
6: Technische gegevens

Fun lovin’ criminals

Street_Triple_R_0786.jpg 

Eenmaal ’s lands snelwegen met gebruikelijke avondspits verkeer ingeruild voor de betere binnenwegen weet de fiets meteen (of moeten we zeggen, wederom) zijn beste beentje voor te zetten. Met name bij het snellere bochtenwerk is goed merkbaar dat deze ‘R’ op sportievere vering is gezet, de motor licht ook bij het 140+ bochtenwerk zondermeer strak op de weg. De veranderde geometrie (omdat de fiets achter 5mm hoger kwam te staan nam de balhoofdshoek met 0,4° en de naloop met 3mm af) moet de fiets in theorie nóg wendbaarder maken, Street_Triple_R_0659.jpg Zondermeer oogstrelend (zeker in 't donker), maar lastig blijft wel dat de snelheidsaanduiding in de toerenteller en niet 't linkse display is verwerkt. Van de andere kant: zeggen dat je niet wist hoe laat 't was zit er nu niet meer in. maar zoals gezegd was daar bij de standaard fiets al weinig tot niets op aan te merken. Zo dus ook  bij deze Street Triple R, als vanzelf weet de fiets zich het bochtige gebied van de Utrechtse heuvelrug te doorkruisen. De zomerse weersomstandigheden (hebben we dit jaar een zomer gehad dan?) liggen inmiddels al ver achter ons, maar dat mag de pret niet drukken, het wordt meer dan genoeg gecompenseerd door het warme gevoel dat de fiets ons weet te geven.

En niet alleen qua sturen, ook de symfonie die de – vele malen elegantere – Arrow vervangingsdempers ten gehore weten te brengen is van grote klasse, en dát terwijl de dB-killers gewoon nog op hun plek zitten. En dat houden we ditmaal zo, mét gemonteerde killers blijkt de diepere en zwaardere sound namelijk alleen voor de rijder (en eventuele passagier) hoorbaar te zijn, voor of achter de fiets rijdend was amper sprake van een geluidstoename. Beter voor mens en milieu, het geeft de geluidsmaffia in elk geval geen stok op mee te slaan. Trouwens, alleen de driecilinder configuratie al maakt dat het geproduceerde geluid je kippenvel kan bezorgen, en maakt dat we ons keer op keer weer afvragen waarom – op een op  sterven na dood zijnde Benelli na – geen enkele andere fabrikant zich aan dit concept durft te wagen.

Street_Triple_R_0776.jpg

Iets waar ze bij Triumph trouwens niet écht rouwig om zullen zijn, het geeft ze in ieder geval bestaansrecht. Men claimt met de drie-in-lijn het beste van beide werelden samen te hebben gevoegd, en daarin hebben de Britten zondermeer gelijk. Een viercilinder excelleert in waanzinnig hoge toerentallen (met vaak bijbehorende vermogens), een tweecilinder in explosief vermogen bij (ten opzichte van die viercilinder) lage toeren. En dan de driecilinder, die zijn vermogen al bij een veel lager toerental af weet te geven én daarbij serieus veel  toeren weet te maken. Street_Triple_R_0652.jpg Toegegeven, het kost een paar centen, maar dan heb je ook wat. De vette sound is zelfs met dB-killers gemonteerd al indrukwekkend genoeg. Demonteren mag maar is dus niet strikt noodzakelijk. Het witte led-achterlicht is geheel volgens de hedendaagse trend. Zo laat ook bij deze Street Triple R zich in zesde versnelling probleemloos tot bijna stationair afknijpen, om vervolgens bij ‘gas open’ een mooie vermogensafgifte te realiseren. Ergens rond de 5.000 toeren begint de motor serieus vermogen af te geven en blijft daarbij erg lineair toenemen tot de begrenzer bij 13.000 toeren een einde aan de pret weet te maken.

In de praktijk zul je echter, hoewel de motor daar voelbaar sterker is, niet vaak in de vijfcijferige regionen bevinden. Ergens zo rond de 8.000 toeren daarentegen des temeer. Tenzij je besluit je favoriete circuit even onveilig te maken natuurlijk. In eerste en tweede versnelling weet het voorviel probleemloos het luchtruim te verkiezen, waarna de motor heerlijk op het gas ‘in de lucht’ te houden is. De kleinste tik is daarbij voldoende om de – net als bijvoorbeeld een R1 – verticaal geplaatste versnellingsbak te bedienen en datzelfde een versnelling hogerop te doen. Niet voor niets dat hooligan een Engels woord is. Bij vrijstand geeft de bak trouwens een kleine ‘klak’ ten gehoor, maar dat is ook het enige wat we daarop aan te merken hebben. In zoverre je die klak als irritant zult ervaren, genoeg motorrijders die om reden hier juist de voorkeur aan geven. De kabelbediende koppeling heeft een goede bite en voelt in eerste instantie lekker licht aan, maar dik drie kwartier filerijden maakt dat we daar toch anders over gingen denken. Eenmaal aan het sturen is de koppeling (behalve bij terugschakelen) echter overbodig, zo direct en strak als deze versnellingsbak zich laat schakelen.

Street_Triple_R_0636.jpg