Test: Triumph Sprint ST
Als we dan toch zitten
Inhoudsopgave |
---|
Test: Triumph Sprint ST |
Toverij |
Als we dan toch zitten |
Conclusie |
Nakaarten |
Technische gegevens |
Als we dan toch zitten
Het heersende gevoel is dat de motor nogal 'groot' aanvoelt. Niet op een negatieve manier trouwens, bij 'groot' hoort namelijk ook 'ruim' en dat is hij ook zeker, maar -en daar komt ie weer- ik vraag me sterk af hoe dat in verhouding tot een VFR staat. Zithouding is dus goed oké en in niet al teveel tijd rij je ook hiermee rond alsof je niet beter weet. Het gevoel met de weg is wel een klein tikje vaag, maar daarover straks meer. Een deel van dat vage gevoel komt door het zadel, wat op een aparte manier inzakt.
Beetje alsof je op een gelzadel zit, wat een lichtelijk onbestemd gevoel oplevert. Je zit namelijk nooit echt 'vast' maar blijft mogelijkheid houden een klein beetje heen en weer te schuiven. Dat kost toch voor een deel je zekerheid. Een hardere vulling kan een oplossing bieden, zonder dat je daarvoor aan comfort in hoeft te leveren. Misschien houd je het dan zelfs langer vol. Het gekke is dat door dat vage gevoel de wens voor ABS - wat overigens eenvoudig leverbaar is - het eerste is wat in me opkomt. Als we wat later met een duo op pad zijn valt trouwens op dat er van die vaagheid weinig meer overblijft. Niet alleen is de motor kennelijk dus heel erg ingesteld op gebruik met zijn tweeën, maar nakijken van de vering kan ook geen kwaad. Vooral omdat de overige symptomen ook in die richting wijzen; het eerder genoemde vage gevoel, maar ook reageren op langsrichels, schudden van het stuur bij loslaten en ongelooflijk hard neerklappen bij toch redelijk normaal over een verkeersdrempel heenrijden. Zo erg zelfs dat de middenbok (jawel, die zit er ook op..woehoe!) ervan gaat klapperen.
Eenmaal in de gelegenheid dus maar eens de demping onder handen genomen en alhoewel het probleem de wereld niet uit is (ach, het is geen Supersport, dus echt randjestrak hoeft ook weer niet) is er nu toch een stuk beter mee te leven. Het blok is ideaal voor een motor als deze, met een dergelijk inzetgebied. De powerband zit (logisch) tussen het hoogtoerige van een viercilinder en het laag van een twin, heeft dankzij de 3cilinder-opstelling weinig last van echte klappen, is groot genoeg qua cilinderinhoud om met koppel een boel op te vangen en tevens het toerengebied breed te houden; allemaal zaken die voor een toersporter ideaal zijn. Het begint laag genoeg, trekt door tot hoog genoeg en bouwt dan netjes af. Daarbij produceert het geheel een leuke grom die me direct doet afvragen hoe dat met een aftermarket uitlaat zou klinken; iets wat ik me niet vaak afvraag trouwens. Zal wel de driecilinder magie zijn…
|
||
Over dat geluid valt meer te zeggen trouwens. Gelukkig niet zo vreemd 'knarserig'ÂÂals een VFR blok, maar toch zit er een moeilijk te beschrijven 'fluitje' in. Niks mis mee trouwens, het laat merken dat er wat gebeurt. Dat de motor af en toe wat ploft duidt op een niet perfecte afstelling, maar dat koppelen we eerst eens terug met de importeur. Bij de RSV was het ook een kwestie van een keertje afstellen, dus daar gaan we niet over vallen. Met de cilinderopstelling zoals die is zou de hoeveelheid trillingen ruimschoots binnen de perken moeten blijven, maar toch krijg ik na niet al te lange tijd wel steeds last van 'slapende vingers' door de minitrillingen in het stuur en dat was ik al even niet meer gewend bij een nieuwe fiets. Evenmin als het eerder genoemde slingeren van de kop. Het lijkt wel alsof deze Brit een tikje 'Victoriaans-conservatief' vasthoudt aan oude standaarden. Als laatste trillen de spiegels ook vrolijk mee en dat ook weer op een niet-alledaagse manier. Het ligt namelijk niet aan de spiegeltjes zelf dit keer, als je goed kijkt zie je de spiegels met steel en al trillen, wat dus duidt op een niet helemaal jofele bevestiging aan de kuip.