Zoeken

Kawasaki KLE 500 2005

Pagina 2

15 september 2005
Inhoudsopgave
Kawasaki KLE 500 2005
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7

Suburban Offroad

Al meteen bij het opstappen overvalt mij de indruk: KTM! Alles is oranje en simpel, niks geen poespas. Gewoon de standaard lichtjes en wijzertjes ook, niks digitaal, gewoon lekker analoog. Dat lijkt een beetje het credo van Kawasaki, "Let"s keep it simple", beetje zoals Philips maar dan anders. Je vindt op de hele fiets geen enkel luxeartikel: een enkele schijfrem voor, luchtgeveerde voorpoten -en deze doen hun werk goed genoeg dus waarom moeilijk doen-, in alles dus simpel maar ondanks het simpele uiterlijk rijdt de motorfiets lekker, en daar komen we achter als we wegrijden in een stortbui die naar later blijkt groot genoeg is om de voorpagina -van de Telegraaf- te halen. De KLE slikt het -letterlijk- zonder problemen. Voordeel van een doorontwikkelde fiets in een nieuw jasje. En laten we eerlijk wezen: met zijn nieuwe neus en kleurtjes ziet hij er weer helemaal up to date uit. Klaar voor het volgende decennium.

Z750S

De afwerking is, zoals hierboven vermeld, simplistisch no nonsense, maar met een schitterende kleurstelling, lekker agressief, hoog op zijn poten maar weer niet zó hoog; ook onze kleinste redacteuren hadden geen problemen met de voetjes. Het kuipje is gestileerd naar de Z1000 neus, maar ik moet eerlijk zeggen dat me de Z750S eerder te binnen schoot. Deze neus is wel mooi aansluitend geplaatst op de kleine kuip en in tegenstelling tot de Z1000 hóórt hij hier gewoon -op de Z1000 lijkt hij er een beetje opgegooid. Al met al netjes afgewerkt dus. De

Slim vormgegeven, maar niet makkelijk te bedienen.

tellers zijn analoog en pontificaal in het midden en bovendien in schreeuwend oranje dus niet te missen. Een paar belangrijke lichtjes zoals vrijstand, oliedruk, groot licht en de richtingaanwijzers maken het dashboardje af en zoals eerder gezegd niks teveel om het motorrijden te vertroebelen.

Goede afwerking

De dagteller is ook analoog en dus: indrukken = reset. Lang leve het analoge tijdperk, ik persoonlijk hou er wel van: hoe minder digitaal, hoe minder (afleidende) speelknopjes tijdens het rijden. Naast het tripmeterresetknopje (goeie voor scrabble) houdt het eigenlijk gelijk wel op met de knopjes. Maar wacht even, we vergeten een hele belangrijke: het reserve knopje. Jawel; we hebben hier te maken met een ouderwetse carburateurfiets en dus heeft ie een benzinekraantje! Super stylistisch afgewerkt, openklappen en draaien. Netjes want dan valt het weg en heb je er verder helemaal geen last van. Echter het omhoogwippen met iets dikkere handschoenen is onmogelijk. Met zomerhandschoenen is het te doen, maar makkelijk is anders. Hierdoor was ik tweemaal genoodzaakt om voor een vrachtwagen richting vluchtstrook te manoeuvreren omdat de combinatie "twee cilinders-geen benzine" geen fijne is. Jammer hierin ook is de wel hele kleine tank, meer dan 11 liter kreeg ik er niet in. Samen met een redelijk verbruik zorgde dit voor een actieradius van net 165 kilometer. De reservevoorraad had wat ons betreft wel wat kleiner gemogen voor de gemoedsrust, iets later overschakelen op reserve is wel zo lekker.