Zoeken

Test: Aprilia RSV 1000 R

Pagina 3

30 december 2004
Inhoudsopgave
Test: Aprilia RSV 1000 R
Pagina 2
Pagina 3
Pagina 4
Pagina 5
Pagina 6
Pagina 7
Pagina 8
Pagina 9

Als in het voorjaar

Aprilia RSV1000R

Iedere motorrijder kent het gevoel van het eerste ritje in het voorjaar, met alle herinneringen aan het zo fantastisch verlopen vorige seizoen weer fris in het geheugen opgehaald. De gedachte aan hoe goed het allemaal wel niet ging, alle ervaring die is opgedaan. Maar dan komt de praktijk en blijkt dat het allemaal toch nét wat langer geleden is en dat alle vaardigheid toch nét wat dieper weggezonken is dan gehoopt. Dat eerste ritje wordt dan voorzichtig verreden, de weken daarop wordt naarstig geprobeerd het niveau van vóór de winterstop weer te bereiken. Mijn verwachtingen lagen dan ook, na zo goed als een jaar stilstand, niet al te hoog. Onnodig, zoals al zeer snel bleek. Nou was het ritje van huis naar Breda net voldoende om het zitgevoel weer terug te krijgen,
Aprilia RSV1000Rzodat ik bij het vervolgen van mijn weg net wat meer 'normaal onwennig' was zoals bij andere onbekende fietsen ook het geval is, echt gewend kan je dat natuurlijk niet noemen. Toch was dat korte ritje meer dan genoeg om me heel zeker te voelen op de RSV.  

Knie aan de grond?
Het bizarre aan deze fiets is dat, hoe hard het ook gaat, het altijd harder en platter kan. Tegen de tijd dat ik 'm al bijna weer terug moest brengen, realiseerde ik me dat ik er nog geeneens met de knie aan de grond had gezeten en niet omdat het niet hard genoeg ging. Ik hou er niet van om te pochen met iets dergelijks en het is ook goed irrelevant als je het mij vraagt, maar het tekent toch in zekere zin hoe strak het rijwielgedeelte is. Wil je hard en plat genoeg een bocht door, dan zal je ook écht hard moeten rijden. Het is ook - ik weet niet hoe het uit te leggen, maar een bocht is het beste te nemen als je van te voren weet hoe die loopt. Ofwel, een overzichtelijke, vloeiende bocht, anders moet je je toch weer inhouden en daar is de RSV dus niet voor. Aprilia RSV1000RJe zal echt in de aanval moeten om maximaal genot eruit te kunnen halen. En met 'in de aanval' bedoel ik, zoals gezegd, ook loei- en loeihard. Beetje richting een Duc bijna, qua bochtengedrag. Zeker niet hetzelfde, maar wel vergelijkbaar denk ik.

Smeuiger
Het blok is ook vele malen smeuiger dan voorgaande generaties, en dat vertaalt zich weer in een nog aangenamere rit. Netjes oppakken, heel soepel bij constante toeren, het reageert bijna alsof er carburateurs opzitten en dat is heel erg knap. Niks bokken bij lage toeren, gewoon kraan open en gaan. Anders gezegd, uit de mond van de importeur: 'Je kan ermee tot erg laag in toeren rijden, er zit tussen de 4 en 4.5 duizend toeren een dipje vanwege de emissie-eisen en het standaard uitlaatsysteem, maar daar rij je waarschijnlijk toch nooit'. In een ideale wereld niet nee, in hartje Rotterdam, het Nederlandse snelwegnetwerk-met-huisraad, elke zoveel kilometer op een dijk (hoor ik daar iemand Lintdorpje zeggen?) en, mwa, elke aanrijroute naar huis dus wel. Punt is, dat maakt de motor dus allemaal net niks uit. Bij geen enkel toerental zal het blok aangeven dat het niet lekker gaat en dat is knap. De MZ die we tegelijkertijd ter test hadden deed haast niets anders, behalve in zijn bizar smalle (voor een 1000cc twin) powerband. Natuurlijk heeft Aprilia ruim de tijd gehad alle onaardigheden uit dit (derde generatie? Vierde?) blok te krijgen, die kans is zeker niet onbenut gelaten.