Zoeken

Ezpeleta schept meer helderheid over toekomst WK Superbike

15 januari 2013
In een interview met het Duitse Speedweek heeft WK Superbike promotor Carmelo Ezpeleta meer helderheid geschapen in zijn visie omtrent de tegenhanger van de MotoGP. Ezpeleta's wens is om vanaf 2014 de kosten van een fabrieksmachine tot maximaal € 250.000 per rijder per seizoen in te perken.

Carmelo Ezpeleta

Sinds de overname van SBK organisator Infront door het in London gevestigde Bridgepoint is veel onzekerheid ontstaan over de toekomst van de populaire race-series. De organisatie werd door Bridgepoint van Infront naar Dorna, onderdeel van Bridgepoint, verplaatst waarna Dorna's grote baas Carmelo Ezpeleta direct aankondigde grote veranderingen door te willen voeren.

In navolging van de MotoGP, waar hij de fabrikanten onder druk wist te zetten kostenbesparende maatregelen door te voeren, met de Moto3, Moto2 en CRT klasse in de MotoGP tot gevolg, hanteerde Ezpeleta in het SBK direct dezelfde tactiek door de MSMA (de verenigde motorfabrikanten) tot mei dit jaar te geven zelf een kostenbesparend plan te presenteren. Volgens Ezpeleta staat het WK Superbike anno nu ver weg van het oorspronkelijke concept van een race-serie op basis van productiemodellen die iedereen bij de dealer kan kopen.

Hoewel Ezpeleta duidelijk een dubbele agenda heeft, meer productie-gerichte motoren in het SBK zal het gat tussen de MotoGP en het WK Superbike - en daarmee de status van de MotoGP - een flink stuk vergroten, maar deels heeft de Spaanse organisator geeneens ongelijk. In de felle concurrentiestrijd tussen het SBK en de MotoGP werden door Flammini in het verleden de regels steeds soepeler gemaakt, waardoor de motoren in de WK Superbike paddock steeds meer op prototypes zijn gaan lijken.

Van de huidige WK Superbike paddock staat de Aprilia RSV4 al vanaf het begin ter discussie. Enkele jaren geleden nog kwamen de Italianen weg met een illegale nokkenas-aandrijving, maar net zo erg is het aantal motorblokken dat tijdens een seizoen door het fabrieksteam wordt verbruikt. Waar in de MotoGP per seizoen slechts 6 motorblokken mogen worden gebruikt, op straffe van start achteraan de grid, eindigde de teller bij Aprilia het afgelopen seizoen op maar liefst 31 stuks.

De Aprilia RSV4, die in de paddock als compromisloze racemotor te boek staat, staat echter niet alleen. De door Anthony Gobert gereden V2 Bimota-Suzuki en de driecilinder Petronas voldeden beide niet aan het reglement, dat voorschrijft dat voor homologatie een minimaal aantal productiemotoren is vereist. Van de Petronas werden uiteindelijk wel het verplichte aantal van 150 stuks geproduceerd, maar die eindigden in opslagdepots - deels in Maleisië en deels in Groot Brittannië, omdat dit voor Petronas goedkoper was dan het opzetten van een dealernetwerk inclusief aftersales als de Petronas FP1 daadwerkelijk aan de man zou zijn gebracht.

Ook de BMW S1000RR werd al één seizoen eerder ingezet dan dat de motor bij de dealer te bewonderen was, wat geheel in strijd is met concept van het WK Superbike. Naast dat motoren die eigenlijk niet aan de reglementen voldoen toch mochten worden ingezet werden de teams bijna geen beperkingen opgelegd, buiten de verplichte winterstop kon door teams onbeperkt worden getest en ook werd nooit een beperking van het aantal te gebruiken motorblokken ingevoerd. Het steeds losser benaderen van het oorspronkelijke reglement was onder andere voor Yamaha in 2009 reden om uit het WK Superbike te stappen.

In de meetings die Ezpeleta al met de MSMA heeft gehad heeft de grote baas van Dorna al aangegeven dat het WK Superbike terug naar de basis moet gaan, en daarbij gedreigd zelf een reglement in te voeren dat dicht bij de Superstock 1000 staat als de merken zelf niet met een kostenbeperkend plan komen. Tegenover Speedweek verklaarde Ezpeleta voor 2014 als doel te hebben dat alle vertegenwoordigde merken een pakket van twee motoren aanbieden, dat per rijder en per seizoen maximaal € 250.000 mag gaan kosten. In dit bedrag moet alles inbegrepen zijn, wat een team aan materiaal voor een seizoen nodig heeft, met uitzondering van crashparts die extra verrekend mogen worden.

Bovendien wil Ezpeleta dat de vertegenwoordigde merken (Honda, Yamaha, Suzuki, Kawasaki, Ducati, BMW en Aprilia) zes rijders van materiaal moeten voorzien, afhankelijk van de behoefte onder de coureurs. Het startveld van het WK Superbike zou daarmee tot maximaal 42 rijders kunnen worden vergroot. Naast de beduidend lagere kosten om een team te runnen is het bijkomend voordeel dat het verschil tussen de motoren van het WK Superbike en die van verschillende nationale kampioenschappen veel kleiner zal zijn.

Vooralsnog zien de meeste fabrikanten van de MSMA weinig heil in de plannen van Flamini, omdat afgaand om het Superstock reglement momenteel alleen Ducati en BMW concurrerend zullen zijn. Het Superstock kampioenschap wordt de afgelopen jaren door beide merken gedomineerd en van de andere merken weet alleen Kawasaki sporadisch tegengas te geven. Voor de consument zou dit echter goed uit kunnen pakken, om volgens een stock-reglement competitief te zijn zouden de merken exclusievere modellen moeten lanceren. Motoren als de BMW HP4 of de Ducati 1199 Panigale R.

Het doel van Ezpeleta is duidelijk: het WK Superbike moet vanaf 2014 dichter bij de productiemodellen komen te staan, om zich daarmee beter van de MotoGP prototypes te onderscheiden, waarbij flink in de kosten moet worden gesneden. Ter illustratie: een CRT pakket voor 2013 kost bij Suter-BMW rond de € 550.000 per rijder per seizoen, waar volgens experts de huidige kosten van een WK Superbike machine rond de € 300.000 per exemplaar bedragen.

Ook in de MotoGP paddock wordt de mening van Ezpeleta door veel coureurs gedeeld. Negenvoudig wereldkampioen Valentino Rossi verklaarde tegenover Speedweek een fanatiek liefhebber van het WK Superbike te zijn, maar van mening te zijn dat het reglement te dicht bij de MotoGP prototypes is komen te staan. Volgens Rossi hebben beide kampioenschappen absoluut bestaansrecht, maar zal er meer onderscheid moeten komen tussen de prototypes van de MotoGP en de productiemotoren van het WK Superbike. Rossi verklaarde ook van mening te zijn dat het teruggelopen spektakel van het product MotoGP te wijten is aan de fabrikanten, die veel teveel elektronica in zijn gaan zetten. Volgens Rossi zou Dorna zich in beide race-series niet teveel door de fabrieken onder druk mogen laten zetten.

Bron: Speedweek.de