Zoeken

Test: Vincent Lightning

226 km/u

5 december 2017

 

De eerste keer dat “Black Jack” Ehret zich meldde met de Lightning was de Australische TT in Little River op tweede kerstdag 1952, waar hij meteen als tweede finishte in de Unlimited klasse. In die periode werd het snelheidsrecord continu verscherpt, dus besloot Ehret in 1953 een stuk weg te gebruiken om het record van Les Warton aan te scherpen. Dat was al gezet door een Vincent, met 122,6 mijl per uur. Ehret met de Lightning in solo-trim op Bathurst 1953Ondanks een paar hikjes kwam Ehret aan een officieel getimede 141,509 mijl per uur, zo’n 226 kilometer per uur. Volgens eigen zeggen heeft hem dat zo’n 1000 Pond gekost, maar vond dat een goede investering voor promotiedoeleinden en de titel van recordhouder.

De volgende vijf jaar waren Ehret en de Lightning veel geziene gasten bij Australische wegraces, met de motor zowel als soloracer als met een zijspan, vaak zelfs op dezelfde dag, met Stan Blundell als bijrijder. Ehret en de motor werden dan ook kampioen met ruime voorsprong, voor een aantal redelijk bekende namen. Ongetwijfeld de beste prestatie was de hoog aangeschreven International Meeting in Mount Druitt in 1955, waar 500cc wereldkampioen Geoff Duke ook aan meedeed met zijn fabrieks viercilinder Gilera. Duke had al gehakt gemaakt van de concurrentie in voorgaande races, maar op zijn thuiscircuit was Ehret sterk gebrand ook deze kampioen een poepie te laten ruiken. In zijn rapport over z’n Australische tour schreef Duke later ‘Ehret maakte een slechte (dus)start waardoor ik op kop wegreed en besloot direct vol gas te geven. Zodoende kon ik een oogje houden op de Vincent als die telkens naar de Dat ze hier ooit hard mee hebben kunnen gaan zeg. Dan is een Panigale écht kinderspelhairpin toereed als ik er uit kwam. Hoewel hij me door zijn start niet kon inhalen, reed hij wel de vellen van z’n banden, zo hard dat hij zelfs mijn ronderecord evenaarde en we officieel in de boeken staan als gedeeld recordhouder’. En na deze zinderende race schroefde Jack het zijspan aan de motor zodat hij en Blundell ook doodleuk de zijspanrace zou winnen.

De enige overwinning die Ehret nog miste was de Australische TT in Bathurst, maar uiteindelijk lukte hem dat ook in het voorjaar van 1956, met een overwinning bij de zijspannen samen met George Donkin. Misschien was het omdat Ehret zijn doelen had gehaald, maar daarna werd hij een minder vaak geziene gast bij de races en toen Mount Druitt in 1958 als circuit sloot werd de Black Lightning de volgende tien jaar niet meer uit de stalling gehaald. In 1968 maakte Ehret een comeback in Oran Park, met de Black Lichtning nu op 16 inch wielen en John “Tex” Remmen hadden ze nog nooit van gehoord, maar toen waren d'r natuurlijk ook nog geen chicanes zoals nuColeman als passagier. Ondanks de lange periode van stilte maakte Ehret zijn afwezigheid weer goed met een derde plaats in de zijspanrace. Maar het zou opnieuw tien jaar duren voordat de motor weer opdook, opnieuw in Oran Park. Inmiddels was de motor verhuisd naar de Historic klasse, maar Ehret reed het hele deelnemersveld naar huis door beide races met ongeveer een volledige ronde voorsprong. De laatste keer was in 1993 op het circuit van Eastern Creek, waar Ehret het complete veld op een ronde zette, met een overwinning in de zijspanklasse met zijn zoon John, om daarna de bak los te koppelen en het nog eens te doen voor twee soloraces. Volgens Jack heeft de Vincent zo’n 80 procent van alle deelgenomen races op het podium gestaan in zijn complete veertigjarige racehistorie.