Nader bekeken: Aprilia RSV4 Factory APRC SE

Met zowel de rijderstitel van Max Biaggi als de contructeurstitel heeft Aprilia zondermeer een indrukwekkende prestatie geleverd in het prestigieuze kampioenschap. Nu is een WK Superbike wereldtitel al een prestatie an sich, nóg indrukwekkender wordt het als je bedenkt dat het met de RSV4 Factory nog maar het tweede seizoen was voor de Italiaanse fabriek uit Noale, terwijl de Duitsers - die tegelijkertijd in intrede deden in het SBK kampioenschap - in twee jaar tijd met hun S1000RR genoegen moesten nemen met een enkele plaats op het podium. Terwijl op de Intermot in Keulen echter alle aandacht van de aanwezige wereldpers uitging naar Kawasaki's nieuwe - en reeds lange tijd getwitterde - 2011 ZX-10R Ninja supersport, werd op de stand van Aprilia een gelimiteerde versie van de twee jaar geleden gelanceerde RSV4 Factory onthuld, een motor die qua vermogen misschien niet zal kunnen tippen aan dat groene monster, maar wél is voorzien van de nodige elektronica waarbij zelfs de meest fervente supersport fanaat zijn vingers zal aflikken. De naam APRC spreekt daarbij boekdelen: het staat voor Aprilia Performance Ride Control, een elektronisch systeem dat - voor het eerst in de geschiedenis van een productiefiets - snelheidssensoren in beide wielen en een scala aan parameters gebruikt voor een variabel Traction Control, Wheelie Control en Launch Control. Ofwel, het Traction Control systeem zoals door Max Biaggi in het WK Superbike is gebruikt, maar dan aangepast voor gebruik op straat.

ATC: Traction Control van de toekomst

Om te beginnen het ATC (Aprilia Traction Control), dat net als bij Ducati in 8 standen instelbaar is, maar daar bleef het bij de in Noale gevestigde fabriek niet bij. In samenspel met het bekende ride-by-wire systeem maakt het ATC het niet alleen mogelijk het beschikbare koppel bij wielspin te reduceren, maar bovenal de motor gecontroleerd te laten driften bij het uitkomen van de bocht. Door middel van een joystick op het stuur kan tijdens het rijden, zonder daarbij van het gas te hoeven gaan, van setting worden gewisseld, waardoor het mogelijk is om binnen een enkele ronde op het circuit gebruik te maken van meerdere settings. Bijzonder aan het ATC is volgens Aprilia de ‘leercapaciteit’ van het systeem. Daar waar andere TC systemen zijn ontwikkeld voor gebruik van een enkel type band kan bij het ATC een procedure worden opgestart waarbij de omtrek van de band en eindoverbrenging worden ingevoerd, waaraan de traction control zich zal aanpassen.

AWC: stabiliteit bij topacceleratie

Om de 180 pk sterke krachtbron ten volle te kunnen benutten is de RSV4 Factory APRC SE uitgerust met  AWC (Aprilia Wheelie Control), wat niet alleen detecteert wanneer een wheelie begint maar ook wanneer ‘ie eindigt, waardoor op het juiste moment het vermogen kan worden afgeroomd en een dreigende wheelie in de kiem wordt gesmoord. In tegenstelling tot BMW’s wheelie-control, dat kortstondig de ontsteking onderbreekt en daarmee het vermogen bij volgas gevaarlijk weer vrijgeeft moet het soepele, zachte wheelie management bij de Aprilia dit soort abrubte vermogenswisselingen voorkomen waardoor het maximale uit de acceleratie kan worden gehaald. Het AWC wordt in het intrumentarium geactiveerd en kan onafhankelijk van de andere control systemen in drie standen worden ingesteld.

ALC: voor een kopstart

Een goede start is het halve werk, dat heeft Dani Pedrosa maar al te vaak al laten zien in de MotoGP, en dus heeft Aprilia als eerste merk een productiefiets voorzien van launch control, door Aprilia tot ALC (je raad het al, Aprilia Launch Control) gedoopt. Het systeem, dat momenteel al volop wordt gebruikt in SBK én MotoGP, maakt
dat je bij een start volgas de koppeling kunt loslaten en kunt opschakelen (zoals je normaal gesproken zou doen), terwijl elektronica het vermogen in de toom houdt om een maximale acceleratie te bewerkstellen. Het ALC heeft drie settings die evenals het AWC vanaf het instrumentarium moet worden ‘geladen’, ditmaal door beide traction control knoppen op de linker stuurhelft bij stilstand in te drukken.

AQS: voor het snelle schakelen

Als laatste van de elektronische gadgets heeft Aprilia de APRC SE uitgerust met een quickshifter, waarmee Aprilia samen met Ducati het eerste merk is dat dit kleinnood standaard op een supersport gaat toepassen. Toegegeven, BMW was al veel eerder bij haar HP2 Sport en S1000RR, maar in tegenstelling tot de Italianen is bij de Duitsers de quickshifter voorbehouden aan het accessoirepakket. De quickshifter maakt het mogelijk te schakelen zonder daarbij van het gas te gaan en de koppeling te bedienen. Een tikje op de schakelpook is voldoende om even het vermogen te onderbreken, waardoor met zo min mogelijk toerenverlies kan worden opgeschakeld, wederom een snellere acceleratie tot gevolg. Om de AQS performance te optimaliseren hebben de engineers daarbij de vermogen-ontbrekingstijd afhankelijk van het toerental waarbij wordt opgeschakeld gefinetuned.

Elektronica is trouwens niet het enige wat nieuw is aan de RSV4 Factory APRC. Zo is bij de 65° V4 de inwendige smering verbeterd en zijn de versnellingsbak verhoudingen aangepast voor een betere acceleratie door de versnellingen dichter bij elkaar te leggen. Ook het uitlaatsysteem is aangepast, het is lichter en compacter dan zijn voorganger en de aansturing van de vlinderklep in de uitlaat is aangepast aan de nieuwe ride-by-wire mapping die voor verbeterde ademhaling en meer efficiëntie over het hele toerenbereik moet zorgdragen. Daarnaast heeft Pirelli speciaal voor de APRC SE een nieuwe 200/55 band ontwikkeld die is voorzien van dual-compound, volgens Aprilia voor het eerst op en supersport machine toegepast en een rechtstreeks resultaat van de ervaringen die in het WK Superbike op verschillende circuits is opgedaan. Als laatste heeft de RSV4 Factory APRC SE een nieuw digitaal display gekregen, waarbij - net als bij de 2011 ZX-10R - kan worden geswitcht tussen road en race.